Thema Zorgboerderij

Zorgboerderij 
- Vragen over de theorie die je moet leren
-video's met informatie 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Zorgboerderij 
- Vragen over de theorie die je moet leren
-video's met informatie 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

GFT 

Glas
Blik

Papier en karton
Plastic 
Restafval
Voedselresten 
zuivelproducten 
Leeg blikje Fanta 

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Wat is composteerbare afval
A
PMD (drinkpakken)
B
Glas
C
GFT (Schillen, groenteafval, etensresten )

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan je een stofzuiger zo goed mogelijk onderhouden

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Is het goed om elke vloer schoon te maken met azijn
A
Ja, azijn maakt alles schoon
B
Nee, azijn mag niet op een vloer
C
Ja, als dit past bij het type vloer
D
Nee, dit is voor het schoonmaken van een aanrecht

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen onderhoud en schoonmaak

Slide 6 - Open question

- schoonmaken gebeurt dagelijks/wekelijks en behoudt de hygiëne.
- onderhoud is voor het langdurig gebruiken van een  voorwerp en gebeurt niet dagelijks.
Hoe maak je milieubewust schoon

Slide 7 - Mind map

- Niet te warm afwaswater
- schoonmaakmiddelen goed doseren
- oplosmiddelen en chloorbleekmiddelen    vermijden.
Welk schoonmaakmiddel is biologisch afbreekbaar
A
Ossengalzeep
B
Chloor
C
Groene zeep
D
Soda

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

3

Slide 9 - Video

This item has no instructions

02:03
Objectief of subjectief
A
Objectief
B
subjectief

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

02:22
Objectief of subjectief
A
Objectief
B
subjectief

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

02:42
Objectief of Subjectief
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke drie zaken bestaat een grondhouding

Slide 13 - Open question

Respect, empathie en echtheid 
Hoe je met andere omgaat wordt beïnvloed door
A
De tijd waarin je leeft, woonplaats en cultuur
B
Goed Nederlands spreken, vriendelijke ne beleefd zijn
C
Op tijd komen en afspraken nakomen
D
Leeftijd van mensen, De situatie waarin je zit

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is respect volgens jou

Slide 15 - Open question

Respect betekent aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor (of ontvangt van) iemand of iets vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden.
Wanneer toont iemand empathie

Slide 16 - Open question

Je kunt je verplaatsen of inleven in de gevoelens van een ander.

 Je moet je een voorstelling kunnen maken van wat de ander bedoelt 

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Bij het inrichten van een ruimte houd je rekening met....
A
De tijd waarin je leeft
B
Samenwerken
C
Leefsituatie en de leeftijd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor gebruik je een ontruimingsplan

Slide 19 - Open question

Om paniek te voorkomen en er voor te zorgen dat iedereen weet waar ze naar toe moeten gaan 
Op welke 6 onderdelen moet je letten t.a.v. de veiligheid en ruimte

Slide 20 - Mind map

Brandveiligheid
EHBO
Materialen 
Apparatuur
Gevaarlijk stoffen
Doelgroep 
Wat is decoratie
A
Alleen ballonnen
B
Elke mogelijkheid van versiering
C
Gordijnen
D
Alle onmogelijke versiering

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Motorisch 
Zintuigelijk
Gebrek aan organen 
Autisme'
PDD- nos
Licht verstandelijke beperking
Matig verstandelijke beperking
Ernsitge verstandelijke beperking
lichamelijke beperking 
Verstandelijke beperking 
Sociale handicaps 

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Een voedselinfectie loop je op door...
A
het eten van besmet voedsel door een bacterie
B
het eten van voedsel dat besmet is met giftige stoffen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de incubatietijd

Slide 25 - Open question

De incubatietijd is de tijd tussen het ziek worden en het besmet raken
Verschil tussen COPD & Astma
....
....
....

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

COPD
A
zijn mensen met een orgaanbeperking
B
zijn mensen met een motorische beperking
C
zijn mensen met een zintuiglijke beperking
D
zijn mensen met een geheugenstoornis

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de symptomen van COPD

Slide 28 - Mind map

benauwdheid
hoesten
slijm ophoesten
kortademigheid
vermoeidheid
weinig spierkracht
gewichtsverandering 

Kan iemand genezen van COPD
A
Ja, iemand kan volledig genezen van COPD
B
Nee, iemand kan nooit volledig genezen van COPD
C
Nee, maar met bepaalde aanpassingen kun je de symptomen wel verlichten
D
Ja, met bepaalde aanpassingen kun je de aandoening genezen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij COPD is/zijn de ..... kapot
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Bij astma:
A
zijn de longen af en toe ontstoken waardoor een astma-aanval op treedt
B
is er sprake van vernauwing van de longen door een allergie
C
zijn de bronchiën altijd ontstoken en reageren daardoor sterker op prikkels, waardoor een astma-aanval kan optreden
D
zijn de bronchiën ontstoken, maar je kunt er wel van genezen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Geef voorbeelden van vrij verkrijgbare medicijnen

Slide 33 - Mind map

Paracetamol
hoestdrank
keelpastilles

Wat is belangrijk om te controleren als je een medicijn op recept krijgt

Slide 34 - Mind map

Naam + geboorte datum
naam medicijn 
de dosering
de wijze van toepassing
tijdstip waarop het medicijn moet worden toegediend
wanneer het medicijn moet worden toegediend
omstandigheden inname 
risico's 
Als verzorgende ben je niet verantwoordelijk voor het bijhouden van de medicijnregistratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wetem jullie het nog? welke vitamine komt veel voor in... Sleep de vitamine naar het juiste voedingsmidel
Vitamine A
Vitamine B
Vitamine C
Vitamine D

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions


Ergonomie is.....
A
een uitgerekt lichaam
B
economie
C
verstandig met je lichaam omgaan
D
onverstandig met je lichaam omgaan

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions