This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Zakelijke brief
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je de opzet van een zakelijke brief vertellen.
Aan het eind van de les kan je een zakelijke brief schrijven.
Slide 2 - Slide
Wanneer schrijf je een zakelijke brief? Geef minimaal één voorbeeld.
Slide 3 - Open question
zakelijke brief
Met een zakelijke brief kun je:
- een boodschap overbrengen
- informatie vragen of geven,
-een klacht uiten of een verzoek doen.
De toon van een zakelijke brief is formeel.
Slide 4 - Slide
In welke stijl schrijf je een zakelijke brief?
A
Formeel
B
Informeel
Slide 5 - Quiz
Wat woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Opbouw zakelijke brief
In de inleiding (eerste alinea) stel je jezelf voor en beschrijf je kort de situatie. Dit kan de aanleiding van of de reden voor de brief zijn.
In het middenstuk (de volgende alinea’s) licht je die situatie toe. Dat doe je aan de hand van de punten die je hebt opgeschreven tijdens de voorbereiding van de brief. Je werkt die punten uit en zet ze in een logische volgorde, zodat de informatie goed op elkaar aansluit. Daarna maak je duidelijk wat je van de ontvanger wilt.
In het slot (de laatste alinea) sluit je je brief af met een passende slotzin. In deze slotzin bedank je de ontvanger, schrijf je dat je een reactie verwacht of dat je hoopt dat je voldoende informatie hebt gegeven.
Slide 8 - Slide
Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Beste
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!
Slide 10 - Quiz
Hoe schrijf je plaats & datum?
A
Assen, 10-01-2024
B
Assen, 10-01-'24
C
assen, 10 Januari 2024
D
Assen, 10 januari 2024
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef
Slide 14 - Drag question
Welke onderdelen zitten in alle zakelijke brieven?
A
argument voor
B
argument tegen
C
stelling
D
inleiding, kern, slot
Slide 15 - Quiz
Waaraan zie je dat een nieuw alinea begint?
A
Het eerste woord wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.
Slide 16 - Quiz
Hoe geef je het onderwerp aan?
A
Onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.
Slide 17 - Quiz
Een zakelijke brief begint met 'Hoi Karin Smit'. Dit is geen goede aanhef voor een zakelijke brief. Schrijf hieronder de juiste aanhef op.
Slide 18 - Open question
Een zakelijke brief eindigt met 'Groeten, Frits de Jong'. Dit is geen goede groet voor een zakelijke brief. Schrijf hieronder de juiste groet op.
Slide 19 - Open question
Geef één tip voor het schrijven van een zakelijke brief
Slide 20 - Mind map
Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef
Slide 21 - Drag question
Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.