G5BE - Marktverovering H1

Bedrijfseconomie G5
Marktverovering H1 / H2


1 / 36
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bedrijfseconomie G5
Marktverovering H1 / H2


Slide 1 - Slide

            Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (programma op bord geschreven). 
Te laat? Haal een groene kaart, niet mopperen, hoort bij onze maatschappij, moet van Wim (en Arie :-)
Zonder uitzondering 1,5 meter tussen mij en jullie. Ik vind jullie een beetje eng ;-) (en jullie mij?) (en 't moet van Arie!)

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Vaker dit niet voor elkaar (volgens mijn grillen ;-)) -> uit de les, verwijderd/boeken vergeten melding
Device is keiharde noodzaak! Verder hou ik van technologie en ben ik een beetje hypocriet. Want hoewel ik mijn mobiel soms zal gebruiken wil ik die van jullie niet zien. Behalve als ik er expliciet naar vraag. Kan je er niet vanaf blijven? Dan mag het in de telefoontas. Ik wil ook niet waarschuwen, mobiel zien = van Wim tot einde van mijn lesdag, zonder mopperen.

Geen eten/drinken (flesje water is ok, geen kauwgum, blikjes cola, zakken chips, broodjes gezond...etc eten doe je 
in de pauze).

Elke regel, in het kader van Wim's wil is wet in het klaslokaal, die je met goede reden wil breken, bespreek je VOORAF.
Verder ben ik best redelijk.... Mijn afkorting is niet voor niets Kv (Knappe vent) (of knap vervelend). 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Marktverovering H1






  • Voorspelbaargedrag




Slide 3 - Slide

Wat is marketing?
Ondernemers proberen zoveel mogelijk winst te maken. Ze zullen daarvoor zo goed mogelijk in moeten spelen op de behoeften van de doelgroep.

Om zo goed mogelijk in te spelen op deze behoeften doen ze marktonderzoek en gebruiken ze marketinginstrumenten.

Slide 4 - Slide

Een strijkijzer kopen is
A
Easy
B
Lastig
C
Ik strijk niet
D
Daar heb ik personeel voor

Slide 5 - Quiz

Welk merk wc-reiniger gebruiken jullie thuis?
A
Chlorix
B
WC-Eend
C
WC-schoonmaken doen we niet
D
Ander merk

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Marketingplanning

1. Missie bepalen
2. Doelstellingen
3. Situatieanalyse
4. SWOT analyse
5. Uitwerking strategie
6. Implementatie
7. Evaluatie

Slide 8 - Slide

B2B (bedrijf tot bedrijf)
Een bedrijf dat diensten aanbiedt aan andere bedrijven (zoals een schoonmaakbedrijf voor kantoren, winkels en magazijnen),
Bijv. Makro, Hanos, Sligro

Slide 9 - Slide

B2C (bedrijf tot consument)
Heb je een B2C-bedrijf, dan richt je je vooral op de consument. De winkels die je in de belangrijke winkelstraten van grote steden ziet.
Bijv. Ikea, Rituals, Leen Bakker, Zara

Slide 10 - Slide

Kruidvat is een voorbeeld van een B2C bedrijf is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Concurrentieanalyse
Verschil tussen B2B en B2C

Slide 12 - Slide

Er zijn verschillende vormen van marketing afhankelijk van het type afnemer. Een leasebedrijf voor bedrijfsauto's sluit een contract af met Albert Heijn voor het leveren van bestelbussen voor bezorging van boodschappen.
Van welke vorm van marketing is dit een voorbeeld?
A
B2A
B
B2B
C
B2C
D
C2C

Slide 13 - Quiz

H1 Marktverovering

Maken in LearnBeat H1 Marktverovering


timer
25:00

Slide 14 - Slide

Winst- en verliesrekening in scontrovorm

Slide 16 - Slide

Wat doet een accountant?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide

Jaarverslag 2020 Shell

Slide 19 - Slide

Jaarverslag 2020 NS

Slide 20 - Slide

Opgaven maken zelfstandig
Opgaven maken H1 t/m H6 in LearnBeat van Fin. & verslaggeving

Vragen? Laat je horen.....





timer
27:00

Slide 21 - Slide

Waar staat iets op de balans?
Vraag 1:
Is het een:
- bezit --> links
- schuld --> rechts
- of eigen geld --> rechts bij EV

Vraag 2:
langer dan 1 jaar / 1 productieproces 
Ja --> vaste activa / lang vreemd vermogen
Nee --> vlottende activa / kort vreemd vermogen
Beslisboom

Slide 22 - Slide

De openingsbalans
Kenmerken:
- op een bepaald tijdstip
- bezittingen (links)
- eigen en vreemd vermogen
- in balans

Inhoud:
rechts: hoe kom je aan het vermogen
links: wat heb je met dat vermogen gekocht

Slide 23 - Slide

In paginavorm met financieringsresultaat

Slide 24 - Slide

Waarderingsgrondslagen
De waarderingsgrondslag: de wijze waarop activa in de externe balans worden gewaardeerd. 
  • Verkrijgingsprijs: de inkoopprijs plus bijkomende kosten.                   Het werkelijk betaalde bedrag → historische aanschafprijs. 
  • Vervaardigingsprijs (volgende slide)
  • Actuele waarde is de waarde op het waarderingsmoment (bijv. balansdatum) →  herwaarderingsreserve op creditzijde balans.

Slide 25 - Slide

Vervaardigingsprijs: 
de aanschafprijs van gebruikte grond- en hulpstoffen, materialen, etc. (direct toe te rekenen) + redelijk deel van níet toe te rekenen kosten (ck)

Kosten van onderzoek en ontwikkeling --> ontwikkelen van producten kan duur zijn  --> deze kosten zitten ook in de vervaardigingsprijs

Slide 26 - Slide

Minimumwaarderingsregel
Uit voorzichtigheidsoogpunt mag je een actief niet voor een hoger bedrag waarderen (op de balans zetten) dan het waard is. 

VB: product is ingekocht voor €5,- per stuk. Je kunt het verkopen voor nog maar €3,50. Dan waardeert de onderneming dit product voor de laagste prijs: €3,50

Slide 27 - Slide

W-e-v-rekening intern/ extern
Intern
- stuurinformatie voor eigen onderneming 
- geen voorschriften hoe op te stellen 
- gedetailleerd 

Extern
- afleggen verantwoording 
- wettelijk voorgeschreven modellen 
- niet gedetailleerder dan strikt nodig 

- toelichting verplicht
   - algemeen: waarderingsgrondslagen 
     (moeten overeenkomen met balans) 
   - specifiek: beloning bestuurders 
     Waarom?



Slide 28 - Slide

Modellen 
Model E = categoriaal
- kosten worden opgenomen per categorie
Model F = functioneel
- kosten worden toegewezen aan onderdeel waar deze betrekking op hebben (productie, verkoop of aan algemeen als dit niet specifiek toe te wijzen valt 

Slide 29 - Slide

L S R
Liquiditeitskengetallen: current ratio, quick ratio en nettowerkkapitaal.

Solvabiliteitskengetallen: alle verhoudingen tussen EV/VV/TV.

Rentabiliteitskengetallen: REV, IVV, RTV, hefboomeffect, winst per aandeel, cashflow per aandeel.

Slide 30 - Slide

Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in welke mate de onderneming aan al haar verplichtingen kan voldoen (dus ook die op lange termijn )

Een hoge solvabiliteit geeft verschaffers van vreemd vermogen vertrouwen dat ze geld aan een onderneming kunnen uitlenen

Slide 31 - Slide

Solvabilteitseis
solvabiliteitvreemd vermogen
                               totaal vermogen 

te lage solvabiliteit? activa off-balance
huur/ lease/ sale and leaseback/ factoring/ consignatievoorraad/ cloud-oplossingen 

Slide 32 - Slide


Liquiditeit 

Schulden op korte termijn

Solvabiliteit 

Schulden op korte én lange termijn

Slide 33 - Slide

Opgaven maken
Opgaven maken H5 in LearnBeat van Fin. & verslaggeving

Straks verder met rentabiliteit




timer
27:00

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Voor u gelezen
timer
10:00

Slide 36 - Slide