vwo2 -Un 4, Les 8 - di 27/11/2018

Bienvenidos
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
- je herhaalt de regelmatige ww
- je herhaalt gustar
- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir
- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse
- je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week
- je leert zeggen hoe vaak je iets doet
- je leert de uitspraak en spelling van de z,s,c





Slide 2 - Slide

El programa 
  • 5 min    - ¿Qué tal?





  • 10 min   - Corregir los deberes
  • 10 min  - Leer y escuchar (TB p. 65)


  • 5 min    - ¿Preguntas sobre el test?







  • 30 min   - Verbuga wrts




  • Los deberes/ evaluación


timer
10:00

Slide 3 - Slide

10 min - Corregir los deberes
leren: alvast leren voor toets. 
maken:
Evt. Voc. p.31 Messi afmaken 
+ TB p. 59 oef 4c (schrijf in hele zinnen)
TB p.60 oef 2,3,4

evt. Nog van vorige les: TB p. 58 oef 3c (schrijf 6 zinnen over jezelf (ik-vorm) --> wat doe je op een dag en hoe laat?) + WB p. 46 oef 11, 12 (nieuwe w.w.)Let op: controle!

Slide 4 - Slide

Antwoorden 4C, TB p. 59
le gusta: ir a la playa en vacaciones, ver peliculas argentinas
le gusta más: jugar al fútbol, dormir
no le gusta: leer

Slide 5 - Slide

15 min - Leer + Escuchar
    TB. P. 65
    Stap 1. Lees de instructie en de opgaven (opdr. 1 + 5). 
    - Begrijp je alles?
    - Welke woorden zouden belangrijk kunnen zijn?

    Stap 2: maak opdr. 1 (a-g).
    Stap 3: lees de vragen, luister 2x. , maak opdr. 5.

    Slide 6 - Slide

    ¿Preguntas?
    Vocab 4.1 t/m 4.4
    Frases clave p.6-7
    Grammatica: 
    -negación
    - hoe vaak; 
    - kloktijden; 
    - getallen 0-100
    - gustar
    - presente
    -onregelmatige ik-vorm
    -hacer, salir, ir dar, jugar, dormir, acostarse, levantarse

    Slide 7 - Slide

    ¡A practicar!

    verbuga.eu 

    kies bij ww: tener, pedir, empezar, hacer, salir, ir,  acostarse, levantarse, poder, dormir,  lavarse.

    tijd: presente



    Klaar? 

    wrts of quizlet..


    timer
    20:00

    Slide 8 - Slide

    ¿Qué has aprendido? (Wat heb je geleerd?)
    ¿Cómo has trabajado? (Hoe heb je gewerkt?

    Slide 9 - Open question

    Los deberes

    Leren voor de toets!


      Slide 10 - Slide

      Werkwoordenspel 
      VOC p. 19
      LET OP: knipvel op p. 21 tm 25(VOC)


      ¡Bingo!
      Volgende week: 

      Slide 11 - Slide