H4.4 Mens en milieu

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

H4 'Mens en machine'

cursus 4.4 'Mens en milieu'

Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Periode: Moderne Tijd (1800-nu)

Herhaling 4.3

Wat betekent het begrip industriële samenleving

1. Samenleving waarin handel en ambachten belangrijk zijn.
2. Samenleving waarin landbouw erg belangrijk is.
3. Samenleving waarin fabrieken en industrie erg belangrijk zijn
4. Samenleving waarin computers en ICT erg belangrijk zijn.

Wat betekent urbanisatie of verstedelijking?

1. Mensen verhuizen van het dorp naar de stad
2. Mensen verhuizen van de stad naar het dorp
3. Mensen verhuizen naar de rand van de stad

Hoe was het leven van een fabrieksarbeider? Noem 2 voorbeelden

Waarom werkten er veel kinderen in de fabrieken?

De 3 milieuproblemen

• Milieu-vervuiling: bijvoorbeeld uitlaatgassen van auto's.

• Milieu-aantasting: bijvoorbeeld een weg door een natuurgebied.

• Milieu-uitputting: bijvoorbeeld als plant -en diersoorten verdwijnen of grondstoffen die opraken.

Hoe komt het dat het steeds warmer wordt op aarde?

Versterkte broeikaseffect

5. Omdat de  warmte wordt teruggekaatst door broeikas-gassen naar de aarde warmt de aarde op.

Duurzame energie

= energiebronnen die minder slecht zijn voor het mileu

Welke energiebronnen (groene energie) worden er nog meer genoemd in het filmpje?