M2 Variatie in woordgebruik

Goedemorgen!
Lees de tekst. Wat valt jou op?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
Lees de tekst. Wat valt jou op?

Slide 1 - Slide

WELKOM MAVO 2
Formuleren
Neem voor je bladzijde 236-237
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
paragraaf 4
Aan het einde van deze les...

  • Kun je synoniemen en verwijswoorden gebruiken om te variëren in woordgebruik.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Zo kun je herhaalde woorden in je tekst vervangen:
  • Gebruik synoniemen. Dat zijn woorden met dezelfde betekenis: asiel – dierenopvang. 
  • Gebruik woorden die ongeveer hetzelfde betekenen: hondjes – viervoeters – beestjes.
  • Gebruik verwijswoorden, zoals die, dat, hij, hem, het, zij, ze , haar, hen, hun, er, daar.
  • Laat het herhaalde woord zo mogelijk weg.



Variatie in woordgebruik

Slide 5 - Slide

Terug naar de begintaak. Wat viel je op?
Uitlegfilmpje

Slide 6 - Slide

Wat zijn synoniemen? Of wat doet een synoniem?
A
Zelfde woord, maar betekent iets anders
B
Als je niet het letterlijke woord gebruikt maar 'bij wijze van spreken'
C
Een ander woord met dezelfde of soortgelijke betekenis
D
Het tegenovergestelde van een woord

Slide 7 - Quiz

Zelf synoniemen bedenken!

Bedenk een aantal synoniemen voor de volgende woorden:

- wedstrijd
- leraar
- vriend



timer
3:00

Slide 8 - Slide

Schrijf een verhaaltje van ongeveer 50 woorden over je weekend. Varieer in je woordgebruik.
timer
5:00
Bijna weekend!!! Wat ga jij doen?

Slide 9 - Slide

Pak je device! Oefenen met synoniemen
Blooket
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Hulp: gebruik de theorie op blz. 222

Maken: opdracht 1, t/m 4 op blz.222 en blz. 223
timer
10:00

Slide 11 - Slide