Les 2 - schrijfdoelen en tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Programma

• Terugblik les 
• Uitleg nieuwe theorie
• Oefeningen maken

Terugblik les:
Wat hebben we de vorige les behandeld?

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoe noem je het eerste deel van een tekst?

1. Kern
2. Middenstuk
3. Slot
4. Inleiding

Wat is de opbouw van een tekst?

1. Inleiding en kern
2. Inleiding, middenstuk en slot
3. Kern en slot
4. Inleiding en slot

Wat is een tussenkopje?

1. Een alinea
2. Een titel van een alinea
3. De titel
4. De bron

Verder oefenen - alinea's 

• Les 2 in je werkschrift
• Maak: vraag 1 t/m 9. 
• Daarna gaan we de oefeningen bespreken.

Doel vandaag

Aan het einde van deze les heb je geleerd: 

- welke schrijfdoelen er zijn; 

- welke tekstsoorten er zijn.

Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.

De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

5 tekstdoelen

Informeren

Iets leren of uitlegggen (instrueren)

Iets laten doen (activeren)

Een mening geven (overtuigen)

Vermaken (amuseren)

Tekstdoel

De schrijver wil..

Voorbeeld tekstsoort

Informeren

Instrueren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

dat je iets te weten komt

dat je weet hoe je iets moet doen

je overhalen om iets te doen

dat je zijn mening overneemt

je vermaken

krantenbericht, verslag sportwedstrijd

recept, gebruiksaanwijzing

reclametekst, uitnodiging

bespreking van een film

verhaal, leesboek, strip

Oefenen - tekstsoorten en tekstdoelen

• Les 1 in je werkschrift >>> maak vraag 1 t/m 7  
• Les 3 in je werkschrift >>> maak vraag 1 t/m 8 
• Les 5 in je werkschrift >>> maak vraag 1 t/m 7