1 Werk in tweetallen.
2 Knip de dobbelsteen uit.
3 Schrijf op elk vlak achtereenvolgens: (1) ich, (2) du, (3) er/sie/es, (4) wir, (5) ihr, (6) sie/Sie.
4 Vouw de dobbelsteen in elkaar en plak vast.
5 Speel het spel: Speler 1 dobbelt een persoon en noemt daarbij de juiste vorm van sein. De ander controleert. Is de vorm juist, dan krijgt speler 1 een punt. Je dobbelt om de beurt. Wie het eerst tien punten heeft, wint het spel.