Deutsch die erste Stunde

Deutsch

die erste Stunde

de eerste les

quiz

vorstellen

Was machen wir Heute

Wat weet jij van Duitsland?

korte quiz

DUITSLAND

Wat zou "Auf Wiedersehen" betekenen?

1. Hallo
2. Tot ziens
3. Goedendag
4. Hoe gaat het met jou?

Hoe zou je iemand kunnen begroeten in Duitsland?

1. Hoi!
2. Hallo!
3. Gutentag!
4. Moi!

Wat bedoelt een Duitser als hij tegen je zegt: Tschüs!?

1. Hoi!
2. Sorry!
3. Doei!
4. Wat zeg je?

Jezelf voorstellen in het Duits

Luister goed naar het filmpje

Kun je alles begrijpen wat er gezegd wordt?

kennenlernen

Wat hebben we allemaal gehoord in het filmpje?

- Wie heißt du? = Hoe heet jij?

- Wie alt bist du? = Hoe oud ben je?

- Wo wohnst du? = Waar woon je?

kennenlernen

Zo kun je antwoorden:

- Ich bin .... / Ich heiße ... / Mein Name ist ...

- Ich bin ... Jahre alt / Ich bin ... 

- Ich wohne in ...

even testen

Wo wohnst du?

1. Hoe heet je?
2. Waar woon je?
3. Hoe oud ben je?

Wie heißt du?

1. Hoe heet je?
2. Waar woon je?
3. Hoe oud ben je?

Ik heet ....

1. Ich heiße ....
2. Ich wohne in ...
3. Ich bin ..... Jahre alt

Wie alt bist du?

1. Hoe heet je?
2. Waar woon je?
3. Hoe oud ben je?

Ik ben .... jaar oud

1. Ich heiße ....
2. Ich wohne in ...
3. Ich bin ..... Jahre alt

Oefenen in tweetallen

De een vraagt en de ander antwoordt, daarna wisselen

Spiekbrief:

Wie heißt du? - Ich heiße ....

Wo wohnst du? - Ich wohne in ....

Wie alt bist du? - Ich bin ..... Jahre alt

Ik woon in ....

1. Ich heiße ....
2. Ich wohne in ...
3. Ich bin ..... Jahre alt

Wie kan in het Duits vertellen hoe je heet?