9.4 immuniteit

9.4 immuniteit
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

9.4 immuniteit

Slide 1 - Slide

Antigenen
Op de buitenkant van ziekteverwekkers (bacteriën & virussen) zitten lichaamsvreemde antigenen.

Aan antigenen worden herkent door het lichaam. Het immuunsysteem wordt dan geactiveerd.

Slide 2 - Slide

koorts
afweer tegen ziekteverwekkers

je lichaam verhoogt de norm
daardoor heb je het koud en ga je rillen

Slide 3 - Slide

Waarom kun je beter een orgaandonor hebben van je eigen familie, dan van buitenaf. Gebruik de woorden antigenen en antistoffen in je antwoord.

Slide 4 - Open question

Hoe word je weer beter?
Afweer
Witte bloedcellen:
- vreetcellen --> pus/etter
- afweerstofcellen --> immuun

Afweerstoffen:
deze stoffen schakelen de ziekteverwekkers uit

Slide 5 - Slide

Antistoffen
  • Het lichaam maakt antistoffen
  • Antistoffen 'passen op' antigenen
  • Elk antigen heeft eigen antistof
  • Ziekteverwekkers kunnen niks meer
Werking antistoffen

Slide 6 - Slide

orgaantransplantatie
chronische ziekte
orgaantransplantatie
donor

DNA moet veel op jou DNA lijken.
Anders gaat je lichaam antistoffen maken tegen het orgaan.


Slide 7 - Slide

Immuniteit
Bij een tweede (of volgende) infectie met dezelfde ziekteverwekker komt de specifieke afweer zo snel op gang dat je minder/ niet ziek wordt = immuniteit

Slide 8 - Slide

Wat gebeurt er als je ingeënt wordt?
Je hebt 4 soorten immuniteit:
  1. Door besmetting met ziekteverwekker (actief)
  2. Door vaccinatie met antigenen
  3. Door injectie met antistoffen (passief)
  4. Door borstvoeding

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat gebeurt er als je ingeënt wordt?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

opdrachten
16 t/m 20 van 9.4

Slide 13 - Slide