Plinius, Ep. VI, 16, r. 12-16: Boem!

Plinius, Ep. VI, 16, r. 12-16: Boem!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Plinius, Ep. VI, 16, r. 12-16: Boem!

Slide 1 - Slide

Erat Miseni
gen. BWB (plaats)
classemque imperio regebat

Slide 2 - Slide

classemque praesens imperio regebat
praesens?
A
aanwezig
B
present
C
in eigen persoon
D
tegenwoordig

Slide 3 - Quiz

r. 1 Nono Kalendas septembres
(gebruik groen kader)
A
9 september
B
1 september
C
23 augustus
D
24 augustus

Slide 4 - Quiz

r. 2 hora fere septimas
A
7 u
B
10 u
C
14 u
D
19 u

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

r. 13 mater mea indicat
Welke vorm heeft het lv? (voluit)

Slide 7 - Open question

Noteer alle woorden die iets vertellen over het uitzicht van die wolk.

Slide 8 - Open question

Welk stijlmiddel zie je daarin?
(spelling!)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

r. 14 usus ille sole
Wat is NIET waar?
A
ille is de kern
B
de dominant van sole is ille
C
usus is een part.perf.
D
de dominant van sole is usus

Slide 11 - Quiz

usus ille sole?

Slide 12 - Mind map

r. 14 mox frigidā ? (usus)
A
morte
B
fugā
C
manu
D
aquā

Slide 13 - Quiz

r. 14-15 usus ille sole, mox frigida, gustaverat iacens.
Wat had hij eerst gedaan?
A
van het zonnetje genoten
B
geluncht
C
een koud bad genomen
D
gelegen

Slide 14 - Quiz

r. 14-15 usus ille sole, mox frigida, gustaverat iacens.
Wat had hij het laatst gedaan?
A
geluncht
B
liggend geluncht
C
een koud bad genomen
D
gelegen

Slide 15 - Quiz

r. 15 gustaverat iacens studebatque
Wat was zijn oom nu aan het doen
A
aan het lunchen
B
liggend aan het lunchen
C
aan het liggen
D
aan het studeren

Slide 16 - Quiz

r. 15 studebat: waarom imperfectum?

Slide 17 - Open question

r. 15 poscit
A
conj. praes.
B
ind. praes.
C
ind. perf.
D
conj. perf.

Slide 18 - Quiz

r. 15 poscit soleas
Wat nog behalve hist. praes. ivm snelle actie?

Slide 19 - Open question

r. 15 welke twee stijlmiddelen zie je als je verder leest? a... en p... (spelling!)

Slide 20 - Open question

r. 15-16 Wat is NIET waar?
A
locum is het antecedent
B
quo = abl. m. enk.
C
conspici is de dominant
D
quo ... poterat is een indirecte vraag

Slide 21 - Quiz

r. 15-16 adscendit locum ... poterat: vertaal.

Slide 22 - Open question