8. V6A herhaling literatuurgeschiedenis V5 (par. 20 t/m 22)

Welkom V5d!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom V5d!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Bespreken opdr. 10 Nagelaten Bekentenis blz. 193 ob
  2. Herhaling literatuurgeschiedenis V5 (par. 21 en 22)
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Romantiek

1800-1880 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Romantiek
Nieuwe cultuurstroming, reactie op verlichting

Romantiek: 
  • gevoeligheid: lyrische kunst
  • verbeeldingskracht: ontsnappen aan het hier en nu, naar een andere tijd of streek, de ongerepte natuur of het bovennatuurlijke
  • individualisme: nadruk op originaliteit

Slide 8 - Slide

Literatuur
  • Antirationalisme -> weg met het verstand, gevoel is belangrijk
  • Het optimistisch geloof in vooruitgang was verdwenen.
  • Nadruk op gevoel: Weltschmerz en Sehnsucht
  • Weltschmerz: romantische melancholie/droefgeestigheid
  • Sehnsucht: romantische verlangen naar het onbereikbare geluk.
  • Escapisme: het willen ontsnappen aan de realiteit
  • Populaire genres: ballade, sprookje, griezelverhaal, historische roman, detective

Slide 9 - Slide

Waar begon de romantiek?
A
Engeland
B
Duitsland
C
Oostenrijk
D
Frankrijk

Slide 10 - Quiz

Wat is Sehnsucht?
A
Het verlangen naar het verleden
B
Het verlangen naar de onbereikbare geliefde
C
Het verlangen naar het onbereikbare
D
Het verlangen naar exotische oorden

Slide 11 - Quiz

Wat is Weltschmerz?
A
Suïcidaal zijn
B
Verbolgen zijn over de liefde
C
Hunkering naar een ideale samenleving
D
Verdriet over een onvolmaakte wereld

Slide 12 - Quiz

Waarom horen sprookjes vooral bij de stroming romantiek?
A
omdat men geïnteresseerd was in oude volksverhalen
B
omdat men geïnteresseerd was in het verleden
C
omdat men wilde vluchten naar het platteland
D
omdat men wilde vluchten uit het hier en nu

Slide 13 - Quiz

Realisme

1800-1880 

Slide 14 - Slide

Realisme

19e eeuw: naast de romantiek ook een andere stroming -> realisme

* nadruk op de betrouwbare weergave van de werkelijkheid


midden 19e eeuw: poëzie in Nederland -> domineespoëzie

* moralistisch getint (de lezer moest opgevoed worden)(bijv. vaderland, gezin, geloof) 

Slide 15 - Slide

Literatuur
  1. getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid te laten zijn (realisme-effect)
  2. gericht op de eigentijdse werkelijkheid, waarbij er aandacht is voor personages uit alle lagen van de bevolking
  3. werkelijkheid en waarheid moet met de zintuigen kunnen worden gezien en blootgelegd (waarheid tonen)
  4. de teksten gaan over sociale mobiliteit en (in)stabiliteit


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Waarom verliet men de romantiek om over te gaan op realisme?
A
Mensen waren klaar met de liefde
B
De situatie vroeg om een rauwe weergave van de werkelijkheid
C
Mensen wilden juist de werkelijkheid verlaten
D
De rede werd belangrijk en dat was realistischer

Slide 18 - Quiz

Wat is géén kenmerk van het realisme in de literatuur?
A
In het hoofd kruipen van de hoofdpersoon
B
Verschil laten zien tussen rijk en arm
C
Multatuli is een bekend realistisch schrijver
D
Een kleurrijke weergave van de werkelijkheid

Slide 19 - Quiz

Boeken uit het realisme spelen zich af in het verleden.
A
Ja , dat is juist
B
Nee, in het heden
C
Nee, in de toekomst

Slide 20 - Quiz

Hoe uitte het realisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Romantiek en realisme
  • Ontstonden niet na elkaar, maar naast elkaar.
  • Kunnen beide voorkomen in het oeuvre van één schrijver.
  • Ontstonden in de negentiende eeuw, maar ook nu worden er nog teksten geschreven die duidelijke romantische of realistische kenmerken hebben.

Slide 23 - Slide

O, ware ‘t noodlot niet alleen behept met koud
Verstand maar ook met warm gevoel, — uw poezle hand
Had plots de flesch, zoodra ze leeg was, door het woud
Gekeild, en op mijn lippen had uw mond gebrand.
Nu echter dronkt ge alleen de flesch leeg, onbewust,Dat de inhoud nog al koppig was, — ‘t was witte port, —
En sloot uw loddrige oogjes dicht en sliept gerust. —
Nooit heb ik zóóveel tranen op één dag gestort. 

AAN BETSY


Het heugt mij als de dag van gistren. Op het mos
In hartverovrend achtelooze houding lag
Uw rijzige figuur, wijl de anderen het bosch
Langzaam doordwaalden. ‘t was een vreeslijk heete dag.

Gij hield mijn veldflesch aan uw rozenlipjes, droog
Van ‘t lachen. Diep-gemoedlijk, als wen de avondklok
Door ‘t dal luidt, klonk het in uw keel. En zacht bewoog
Uw zoete strot zich op en neer bij elken slok.

Intusschen leunde ik schilderachtig op den tronk
Eens duizendjaargen eiks en vroeg mij heimlijk, wat
Voor smaak wel ‘t lot had, dat het aan een veldflesch schonk,
Wat droomend slechts mijn dichtermond genoten had.



O, ware ‘t noodlot niet alleen behept met koud
Verstand maar ook met warm gevoel, — uw poezle hand
Had plots de flesch, zoodra ze leeg was, door het woud
Gekeild, en op mijn lippen had uw mond gebrand.

Nu echter dronkt ge alleen de flesch leeg, onbewust,
Dat de inhoud nog al koppig was, — ‘t was witte port, —
En sloot uw loddrige oogjes dicht en sliept gerust. —
Nooit heb ik zóóveel tranen op één dag gestort.


Slide 24 - Slide

Welk genre en waarom?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 10 december
  • Huiswerk: leer paragraaf 21 en 22 van Kern - Literatuur
  • Meenemen: Laptop en Kern (beide boeken)
  • Programma: maken oefenopdrachten en een Quizlet 

Slide 29 - Slide