Vacances + objet

Lesdoelen:
- Je leert praten over de vakantie
- je leert objecten te omschrijven. 


1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoelen:
- Je leert praten over de vakantie
- je leert objecten te omschrijven. 


Slide 1 - Slide

Les vacances
timer
10:00

Slide 2 - Slide

décrire un mot / un objet ...........
Comment décrire au mieux un mot (p.e. un objet, une personne, un métier, un animal, un jeu, un verbe, une plante, un lieu etc.), quand on ne connaît pas le mot en français?
Beschrijf zoveel mogelijk aspecten van het woord:
- de vorm: carré, rond(e), petit(e), grand(e) etc. - het materiaal (en bois, en tissu, en plastique, en métal etc), de functie (bij een voorwerp: ça sert à, c'est pour..)
- het uiterlijk, wat doet hij/zij (bij een persoon: il/elle fait, travaille, parle etc.)
- het tegenovergestelde (ce n'est PAS ...., mais.... )
- waar lijkt het op (cela ressemble à....., c'est comme....)

Oefen met het blad en het boek!

Slide 3 - Slide

décrire un objet/personne

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bon WE!

Slide 13 - Slide