Landschap en landschapszones

§3.3 Natuurlijke landschapszones
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§3.3 Natuurlijke landschapszones

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

  • Herhaling §3.2
  • Uitleg §3.3: landschapszones 
  • Oefening klimaatfactoren


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dus eerst..
Wat weet je nog van §3.2?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Drukgebieden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stijgende lucht leidt tot...
A
droogte
B
neerslag

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Mondiaal windsysteem

Principe: warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht.

Het ' te veel' aan waterdamp condenseert (=wordt water) = neerslag


Lage druk (hier gaat wind naar toe):

lucht stijgt - wolk - koelt af - waterdamp condenseert (wolk) - neerslag


Hoge druk (hier gaat wind weg):

lucht daalt - wordt warmer - waterdamp lost op - droog

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De stromingen van lucht van hoge naar lage lucht en weer terug, noem je een windsysteem. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bij de evenaar is sprake van...
A
hoge druk
B
lage druk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wind waait altijd van...
A
Hoge druk naar lage druk
B
Lage druk naar hoge druk

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De wet van Buys Ballot
  1. Wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied (over de grond!)
  2. Op het noordelijk halfrond heeft wind een afwijking naar rechts (met de wind in de rug) 
  3. Op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links (met de wind in de rug)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De ITCZ is een zone met...
A
hoge luchtdruk
B
lage luchtdruk

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Rond de evenaar is overwegend sprake van...
A
Een hoge drukgebied met veel neerslag
B
Een lage drukgebied met weinig neerslag
C
Een hoge drukgebied met weinig neerslag
D
Een lage drukgebied met veel neerslag

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de woorden naar het juiste plaatje!
Nat
Droog
Zomer
Winter
Noordwest moesson
Zuidwest moesson
Aflandige wind
Aanlandige wind

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

ITCZ
  • ITCZ is een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 
  • Deze ITCZ verschuift, waardoor het lagedrukgebied ook verschuift. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

ITCZ

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

  • Herhaling §3.2
  • Uitleg §3.3: landschapszones 
  • Werkblad


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

6 Landschapszones
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 19 - Slide

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Geofactoren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Tropische zone
Hier komt tropisch regenwoudklimaat én savanneklimaat voor  (Af en Aw/As)

> Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?
> Hoe ontstaat dit verschil? 



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke klimaat is a?                    Welk klimaat is b?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat zorgt ervoor dat er Af en Aw/As klimaten zijn?
De verschuiving van de ITC-zone
Het lage luchtdrukgebied rond de evenaar

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van het tropische regenwoud
  • Heel warm en nat
  • Etage bossen
  • Onvruchtbare bodems door:
- snelle stofwisseling
- dunne humuslaag

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken  van de Savanne (Aw/As)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aride zone
Steppe en woestijn
> Wat is het verschil tussen woestijn en steppe?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

  • Neerslag is bepalend (<250mm)
  • Neerslag in hevige stortbuien 
  • Zand- en rotswoestijnen 
  • Ook koude woestijnen (Gobi) > midden op continent en regenschaduw 
  • Landbouw: nomaden en irrigatie

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Subtropische zone
Overgang naar gematigde zone

  • Droge zomers, milde winters 
  • Middellandse zeegebied > irrigatielandbouw
  • Loofbomen en struiken

Hele jaar vochtig of droge winter ook mogelijk 


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Gematigde zone
  • Loofbomengordel
  • Overgangsgebied naar naaldbomengordel
  • Cultivering door de mens
  • Bodem redelijk vruchtbaar > behoorlijk humuslaag 

    Waarom voornamelijk op het Noordelijk Halfrond?


    Slide 34 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 35 - Slide

    This item has no instructions

    Boreale zone
    • Naaldbos / taiga
    • Nauwelijks op het Zuidelijk Halfrond 
    • Te koud voor landbouw, dus houtkap. 

    Slide 36 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 37 - Slide

    This item has no instructions

    Polaire zone

    • Toendra, land- en zeeijs
    • Permafrost 
    • Toendra moerassen (zomers)
    • Nomaden, jacht op rendieren en visserij

    Slide 38 - Slide

    This item has no instructions

    Zelf aan de slag
    Elke landschapszone heeft specifieke kenmerken

    • Ga naar het werkblad op somtoday
    • Gebruik je boek en het internet

    Slide 39 - Slide

    This item has no instructions