This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Muziek
Vorm en vormschema's
Slide 1 - Slide
Vormonderdelen
Refrein/Chorus
Couplet/Verse
Voorspel/Intro
Naspel/Outro
Tussenspel/Interlude
(Brug)/Bridge
(Voor-refrein)/Pre-chorus
Slide 2 - Slide
Refrein
Couplet
Bridge
Komt meerdere keren voor, tekst is steeds hetzelfde
Komt meerdere keren voor, tekst is telkens anders
Melodie is telkens hetzelfde
Komt meestal maar één keer voor, heeft een eigen tekst
Heeft een andere, eigen melodie
Slide 3 - Drag question
Vul het vormschema in. Kijk naar je blaadje met de songtekst van 'Die with a smile van Bruno Mars en Lady Gaga.
Kies uit de volgende onderdelen: voorrefrein, refrein, narefrein, couplet 1, couplet 2, intro, slot, bridge
Slide 4 - Slide
Vormschema met letters
Instrumentale muziek (klassiek, jazz, filmmuziek) heeft vaak geen coupletten en refreinen. Bij deze muziek gebruik je letters: Wat betekent dit, denk je?
A - B - A
A - B - C - A'
Slide 5 - Slide
Vormschema met letters
A = eerste stukje
B = nieuw stukje
C = weer een nieuw stukje, enz...
A' = variatie (kleine verandering) van A
A'' = een tweede variatie van A
Voorbeeld: A - B - A' - C - A'' - D - A
Slide 6 - Slide
Begrippen
Motief = Een klein, herkenbaar stukje muziek A
Variatie = kleine verandering A'
Contrast = iets heel anders tegenovergestelde B
Muzikale zin = een groepje motieven achter elkaar A - A' - B