This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
H8.4: Geluidsoverlast verminderen
Slide 1 - Slide
Geluidssterkte
De geluidssterkte heeft als eenheid decibel (dB)
De geluidssterkte meet je met een decibelmeter.
decibelmeter
De geluidssterkte is afhankelijk van de afstand tot het geluid.
Slide 2 - Slide
Audiogram
Als je niet goed hoort kun je bij een arts of audicien een audiogram laten maken.
Een audiogram maak je met een toongenerator en een koptelefoon.
Een audiogram van iemand met gehoorschade.
Slide 3 - Slide
Maatregelen tegen geluidshinder
Slide 4 - Slide
Geluid absorberen of terugkaatsen
geluid absorberen
zachte materialen
onregelmatig oppervlakte
geluid terugkaatsen
harde materialen
glad oppervlakte
Slide 5 - Slide
Geluid absorberen
Zacht en onregelmatig materiaal neemt geluid goed op.
Slide 6 - Slide
welk materiaal kan geluid absorberen ( opnemen)
A
schuimrubber
B
planken
C
doeken
D
eierdoosjes
Slide 7 - Quiz
Hoe kun je geluidsoverlast voorkomen?
A
Geluid weerkaatsen
B
Zorgen dat er minder geluid wordt gemaakt
C
Trillingen van de lucht absorberen
D
A, B en C zijn alledrie goed
Slide 8 - Quiz
Een drukke weg langs een woonwijk zorgt voor veel geluidsoverlast. Op welke manier verminder je geluidsoverlast?
A
Maximale snelheid auto's omlaag
B
Huizen isoleren (bv trippel glas plaatsen)
C
Dieselauto's verbieden
D
Geluidsscherm plaatsen
Slide 9 - Quiz
Je kan geluid ook absorberen. Met welk soort materiaal kun je dat het beste doen?
A
hard materiaal
B
zacht materiaal
Slide 10 - Quiz
om geluidsoverlast van een feest tegen te gaan kan je zelf oordopjes dragen, op welke manier verminder je dan de geluidsterkte?
A
bij de bron
B
tussen de bron en ontvanger
C
bij de ontvanger
Slide 11 - Quiz
Geluidswallen zijn gemaakt van zachte materialen, zodat ze geluid goed absorberen.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Om geluidsoverlast van snelwegen tegen te gaan worden er geluidsschermen geplaatst.
Hierbij verminder je de geluidsoverlast....
A
bij de bron
B
tussen de bron en ontvanger
C
bij de ontvanger
D
A,B en C zijn juist
Slide 13 - Quiz
Een geluidswal van glas (hard en glad materiaal) gaat geluidsoverlast tegen, door…
A
Geluid te absorberen
B
Geluid te weerkaatsen
Slide 14 - Quiz
In de afbeelding zie je een audiogram.
Wat is een audiogram
A
Een meting waarmee je de pijngrens bepaald
B
Een meting waarmee je de toonhoogte van een geluid meet
C
Een meting waarmee je bepaald hoe goed je
gehoor is
Slide 15 - Quiz
De geluidssnelheid is ...
A
430 m/s
B
340 m
C
340 m/s
D
340 km/h
Slide 16 - Quiz
De sonar van een schip op zee zendt een geluid uit. Na 2 seconde vangt de sonar het teruggekaatste geluid op. Hoe diep is de zee daar? De geluidssnelheid in water is 1500 m/s.
A
340 m
B
750 m
C
1000 m
D
1500 m
Slide 17 - Quiz
Een schip gebruikt geluid om de diepte van de zee te meten. Het sonarsysteem zendt een korte geluidspuls uit en vangt even later het teruggekaatste signaal (de echo) weer op. Bekijk figuur 8. Tussen het uitzenden van het geluid en het ontvangen van de echo zit 0,42 s. Bereken hoe diep de zee is, in meter.