What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.3 en 3.4
3.3 en 3.4
Welkom!
Leerdoelen
Bespreken opdr. 8, 10 en 11
Wat weten we nog?
3.3 Geld lenen kost geld!
3.4 Nog meer bankzaken?
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.3 en 3.4
Welkom!
Leerdoelen
Bespreken opdr. 8, 10 en 11
Wat weten we nog?
3.3 Geld lenen kost geld!
3.4 Nog meer bankzaken?
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert in paragraaf 3.3:
- Welke redenen je hebt om te lenen
- Hoe je de kosten van een lening berekent
- Welke soorten leningen er zijn
- Waarom een koop op afbetaling ook een lening is.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je leert in paragraaf 3.4:
- Wat de rol van banken is bij vraag en aanbod van geld
- Welke voor- en nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart.
- Wat vreemde valuta's zijn en hoe je de wisselkoers gebruikt.
- Hoe je euro's naar vreemd geld omrekent en andersom.
Slide 3 - Slide
Bespreken opdracht 8
a. 0,9 : 100 x € 1.476,22 = € 13,29
Slide 4 - Slide
Bespreken opdracht 8
a. 0,9 : 100 x € 1.476,22 = € 13,29
b. € 1.476,22 + € 13,29 = € 1.489,51
Slide 5 - Slide
Bespreken opdracht 10
Spaartegoed na 1 jaar: € 1.200 × 1,005 = € 1.206
Slide 6 - Slide
Bespreken opdracht 10
Spaartegoed na 1 jaar: € 1.200 × 1,005 = € 1.206
Spaartegoed na 2 jaar: € 1.200 × 1,005 × 1,005 = € 1.212,03
Slide 7 - Slide
Bespreken opdracht 11
a. Spaartegoed na 3 jaar: € 8.120 × 1,004 × 1,004 × 1,004 = € 8.217,83
Slide 8 - Slide
Bespreken opdracht 11
a. Spaartegoed na 3 jaar: € 8.120 × 1,004 × 1,004 × 1,004 = € 8.217,83
b. € 8.217,83 – € 8.120 = € 97,83 rente
Slide 9 - Slide
Als je iets koopt in de winkel en betaald aan de kassa, welke geldfunctie hoort daarbij?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel
Slide 10 - Quiz
Als je contant geld stort op een betaalrekening, wat gebeurt er dan met je chartale geld?
A
neemt toe.
B
neemt af.
Slide 11 - Quiz
Als je geld spaart voor een nieuwe scooter, welk spaarmotief hoort hierbij?
A
voor een doel
B
uit voorzorg
C
voor de rente
Slide 12 - Quiz
Bij een spaardeposito maken we gebruik van?
A
enkelvoudige rente
B
samengestelde rente
Slide 13 - Quiz
3.3 Geld lenen kost geld
Leenmotieven:
- je hebt tijdelijk geld tekort
- je wilt een dure aankoop niet uitstellen
- je hebt onverwacht dringend geld nodig
- je koopt een woning en neemt een hypothecaire lening
Slide 14 - Slide
Krediet
Een ander woord voor een lening noem je ook wel een
krediet
.
Het terugbetalen van een lening noem je
aflossen
. Daarbovenop betaal je rente.
Alles wat je meer terugbetaalt dan je geleend hebt, noem je
kredietkosten
.
Kredietkosten = termijnbedrag x aantal termijnen - krediet
Slide 15 - Slide
Consumptief krediet
Lening voor een consumptiegoed, bijv. keuken of auto.
kredietvormen:
- persoonlijke lening
- doorlopend krediet
- salariskrediet
Slide 16 - Slide
Koop op afbetaling
Als je iets in een winkel koopt, heb je vaak de mogelijkheid om dit in termijnen af te betalen.
Slide 17 - Slide
3.4 Nog meer bankzaken?
Banken bemiddelen tussen vraag naar geld (lenen) en aanbod van geld (sparen).
De rente die je voor een lening betaalt is hoger dan wanneer je geld spaart. Banken verdienen aan dit renteverschil
Slide 18 - Slide
Beleggen
Je geld in iets steken waarvan je verwacht dat het meer waard wordt. Bijvoorbeeld aandelen in een bedrijf.
Als het goed gaat, stijgt de koers (prijs) van een aandeel.
Als een bedrijf failliet gaat, ben je het geld van je aandeel kwijt.
Slide 19 - Slide
Eurozone
Alle landen met de euro als wettig betaalmiddel.
De geldsoort van landen buiten de eurozone noem je
vreemde valuta
bedrag vreemd geld = bedrag in € x aankoopkoers
bedrag in € = bedrag in vreemd geld : aankoopkoers
Bedrag in € = bedrag in vreemd geld : verkoopkoers.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
More lessons like this
Herhalen hoofdstuk 3
October 2021
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3.3 Geld lenen kost geld
October 2018
- Lesson with
31 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
les3
November 2022
- Lesson with
41 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3.3 Geld lenen kost geld!
September 2018
- Lesson with
30 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 4 Economie hst 2. les 2
September 2022
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
begrippen H3
November 2022
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
§3.4 Nog meer bankzaken?
September 2023
- Lesson with
32 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
leerjaar 4 Economie hst 2. les 4 nieuw goed
October 2018
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4