Hoofdstuk Cultuur: Toets

 Wat is cultuur?


Cultuur
TOETS
1 / 53
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 Wat is cultuur?


Cultuur
TOETS

Slide 1 - Slide

Cultuurelementen zijn
A
Amerikanisering, religie en taal
B
Taal, religie en gewoonten
C
Geloof, taal en koloniën
D
Cultuurvermenging en cultuurspreiding

Slide 2 - Quiz

Cultuurverspreiding
Cultuurvermenging

Slide 3 - Drag question

Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Geloof
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering

Slide 4 - Quiz

Een cultuurgebied is
A
Waar veel toeristen komen
B
Waar een gemeenschappelijke cultuur is
C
Waar mensen hetzelfde geloof hebben

Slide 5 - Quiz

Onder cultuur verstaan we de tradities en gewoontes van een land of gebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat is geen cultuurelement?
A
Huidskleur
B
Taal
C
Tradities
D
Dansen

Slide 7 - Quiz

Wat is geen cultuurelement?
A
Religie
B
Klimaat
C
Feesten
D
Bouwstijl

Slide 8 - Quiz

Hier zie je een voorbeeld van...
A
Traditionele opvoeding
B
Japanse cultuur
C
Westerse cultuur
D
Amerikanisering

Slide 9 - Quiz

Hoeveel grote cultuurgebieden zijn er?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 10 - Quiz

Er zijn in Afrika 2 soorten cultuurgebieden. Deze 2 zijn:
A
De Islamitische wereld en de christelijke wereld
B
Afrikaanse wereld en de Islamitische wereld
C
De westerse en de Afrikaanse wereld
D
De Latijns-Amerikaanse wereld en de islamitische wereld

Slide 11 - Quiz

Waarom zijn er verschillende cultuurgebieden op aarde?
A
Door de verschillen én overeenkomsten tussen culturen.
B
Door de kolonisatie zijn er verschillende cultuurgebieden ontstaan.
C
Door de verschillende kleding en gewoonten van de mensen op aarde.
D
Mensen nemen elkaars eetgewoonten en kleding- en muzieksmaak over.

Slide 12 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Islamitisch
C
Boedhistisch
D
Latijns-Amerikaans

Slide 13 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 14 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Rusland

Slide 15 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Afrikaans
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 16 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Hindoeïstisch
D
Orthodox

Slide 17 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Aziatisch
D
Westers

Slide 18 - Quiz

Bij welk Aziatisch land hoort dit?
A
Chinees
B
Indisch
C
Japans

Slide 19 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Japans
D
Westers

Slide 20 - Quiz

Azië heeft de meeste cultuurgebieden.
A
Waar
B
Niet waar
C
Soms

Slide 21 - Quiz

Westerse cultuurgebied
Islamitische cultuurgebied
Latijns Amerika
Midden Amerika
Indonesie
Europa
Noord Afrika
Australie 
Mexico
Midden - Oosten
Noord-Amerika
Zuid - Amerika

Slide 22 - Drag question

Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 23 - Quiz

Oost Orthodox cultuurgebied
Hindoeistisch cultuurgebied

Slide 24 - Drag question

Wat is waar?
A
Nederland was een kolonie van Suriname
B
Suriname was een kolonie van Nederland
C
Engeland en Nederland waren kolonies
D
Suriname is nooit een kolonie geweest.

Slide 25 - Quiz

Welke drie landen waren vroeger de kolonies van Nederland

Slide 26 - Open question

Wat is een allochtoon?
A
Iemand van wie ten minste een van de ouders in het buitenland geboren is.
B
Iemand van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn.
C
Iemand van wie ten minste een van de ouders in Nederland geboren is.
D
Iemand van wie beide ouders in Nederland geboren zijn.

Slide 27 - Quiz

Hoe noemen we de mensen uit andere landen die in Nederland komen om werk te zoeken?

Slide 28 - Open question

Van nieuwe Nederlanders wordt verwacht dat ze de Nederlandse taal en gewoontes leren kennen. Dat heet...
A
multicultureel
B
cultuur
C
inbunkering
D
inburgering

Slide 29 - Quiz

Noem drie belangrijkste cultuurelementen.

Slide 30 - Open question

Wat is geen pullfactor?
A
werk
B
veiligheid
C
vrede
D
hongersnood

Slide 31 - Quiz


Wat wordt hiernaast op het plaatje uitgebeeld?
A
Een afstotingsfactor, kortom een pushfactor
B
Een afstotingsfactor, kortom een pullfactor
C
Een aantrekkingsfactor, kortom een pushfactor
D
Een aantrekkingsfactor, kortom een pullfactor

Slide 32 - Quiz

Als een land een goede werkgelegenheid heeft, is dat voor migranten een...
A
Pullfactor
B
Pushfactor

Slide 33 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een pullfactor?
A
lage lonen
B
oorlog
C
slechte scholen
D
veel werk

Slide 34 - Quiz

Jan verhuist naar Frankrijk voor werk. Jan is voor Frankrijk een
A
pushfactor
B
pullfactor
C
emigrant
D
immigrant

Slide 35 - Quiz

Wat is oorlog?
A
Een economische pushfactor
B
Een politieke pushfactor
C
Een ecologische pullfactor
D
Een economische pullfactor

Slide 36 - Quiz

Wat is honger?
A
Een economische pushfactor
B
Een politieke pushfactor
C
Een politieke pullfactor
D
Een economische pullfactor

Slide 37 - Quiz

Wat is geen pushfactor?
A
oorlog
B
droogte
C
honger
D
vrede

Slide 38 - Quiz

Wat is een overstroming?
A
Een ecologische pullfactor
B
Een politieke pushfactor
C
Een ecologische pushfactor
D
Een politieke pullfactor

Slide 39 - Quiz

Bevolkingsgroei veroorzaakt door een hoger geboortecijfer is......
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei
C
Positieve bevolkingsgroei
D
Demografische bevolkingsgroei

Slide 40 - Quiz

Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei- sociale bevolkingsgroei
D
natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei

Slide 41 - Quiz

Wat is GEEN reden waarom er grote gezinnen zijn in arme landen
A
Je hebt meer aanzien met kinderen
B
Kinderen kunnen voor de ouders werken
C
Veel kinderen sterven op jonge leeftijd
D
Grote gezinnen zijn gepland

Slide 42 - Quiz

Wat is WEL een reden in arme landen om veel kinderen te krijgen?
A
Er worden minder voorbehoedsmiddelen gebruikt
B
Grote gezinnen zijn heel erg gezellig
C
Met veel kinderen krijg je veel kinderbijslag
D
Kinderen zorgen ervoor dat ouders minder snel scheiden

Slide 43 - Quiz

Het gemiddelde aantal mensen per km2 is
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding

Slide 44 - Quiz

Deze kaart gaat over:
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
allebei zijn correctl

Slide 45 - Quiz

Heeft New York een hoge of lage bevolkingsdichtheid?
A
Hoge bevolkingsdichtheid
B
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 46 - Quiz

Heeft de Sahara (woestijn) een hoge of lage bevolkingsdichtheid?
A
Hoge bevolkingsdichtheid
B
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 47 - Quiz


Welk land heeft een grotere bevolkingsdichtheid?
A
China
B
Nederland

Slide 48 - Quiz


Welk land heeft een grotere bevolkingsdichtheid?
A
China
B
Nederland

Slide 49 - Quiz


Welk land heeft een grotere bevolkingsdichtheid?
A
China
B
Nederland

Slide 50 - Quiz

Door een verbetering van de gezondheidszorg en hygiëne......
A
steeg de levensverwachting in NL.
B
daalde de levensverwachting in NL.

Slide 51 - Quiz

De levensverwachting in Nigeria is 55 jaar.
A
goed
B
fout

Slide 52 - Quiz

De levensverwachting in Nederland is....?
A
84.5
B
82.5
C
85
D
88

Slide 53 - Quiz