Vrijwel alle cellen in je lichaam bevatten ook zaadcellen en eicellen mitochondriën. Bij de bevruchting van een eicel dringt in het algemeen uitsluitend de kern van de zaadcel in de eicel. De zygote bevat dus geen mitochondriën van de zaadcel. Het mtDNA erft, via de eicel, over van moeder naar zowel zonen als dochters. Onderzoekers gebruiken daarom mtDNA bij het bepalen van de afstamming via de moederlijke lijn (H7). Mitochondriale overerving kan leiden tot een ander overervingspatroon dan volgens de wetten van Mendel.