Deviant thema 1 hoofdstuk 2 spelling & grammatica (hoofdletters & leestekens)

Hoofletters en punten.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofletters en punten.

Slide 1 - Slide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Maak een foto van iets wat je met een hoofdletter schrijft.

Slide 5 - Open question

Deze les heb ik geleer dat...

Slide 6 - Open question

hoofdletters

Slide 7 - Mind map

Hoe schrijf je:
mevrouw hamers
A
Mevrouw hamers
B
Mevrouw Hamers

Slide 8 - Quiz

Geen hoofdletters


  • Bij namen van dagen (maandag, dinsdag, woensdag, etc.)
  • Bij namen van maanden (januari, februari, maart, etc.)
  • Bij namen van seizoenen (herfst, lente, winter, zomer)
  • Bij namen van windstreken (oost, west, zuid, noordwest, etc.)


Slide 9 - Slide

Hoe schrijf je:
engels drop
A
Engels drop
B
engels drop
C
D

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je:
loes van loo
A
Loes van Loo
B
Loes van loo .
C
Loes Van Loo
D
loes van Loo

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je:
's hertogenbosch
A
's hertogenbosch.
B
's Hertogenbosch.
C
'S Hertogenbosch

Slide 13 - Quiz

Hoe schrijf je:
ik ga met kerstmis naar groot- brittannië

A
Ik ga met Kerstmis naar Groot- Brittannië.
B
Ik ga met Kerstmis naar groot- Brittannië.
C
Ik ga met kerstmis naar Groot- Brittannië.
D
Ik ga met Kerstmis naar Groot- brittannië.

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je:
op dinsdag gaan we naar de maas

A
Op dinsdag gaan we naar De Maas.
B
Op Dinsdag gaan we naar De Maas.
C
Op dinsdag gaan we naar de Maas.
D
Op dinsdag gaan we naar De maas.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Link

Slide 17 - Slide