What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4 taalverzorging verkleinwoorden 2 vmbo
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
kun
je:
- (In eigen woorden)
uitleggen
wat verkleinwoorden zijn.
- Verkleinwoorden
maken
uit de zelfstandige naamwoorden (in de methode).
Slide 2 - Slide
Verkleinwoorden
Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandig naamwoorden. In de Nederlandse taal worden erg vaak verkleinwoordjes gebruikt.
Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord
HET
Slide 3 - Slide
Hoe maak je een verkleinwoord?
huis
stok
Slide 4 - Slide
Verkleinwoorden
Verkleinwoorden maak je meestal door het achtervoegsel
-je
achter een zelfstandig naamwoord te plakken.
huis – huis
je
stok – stok
je
.
Slide 5 - Slide
Wat is het verkleinwoord van...
Ding
Ketting
Slide 6 - Slide
-ing
Woorden die eindigen op -ing, krijgen vaak de eindletters
etje
of
nkje
Voorbeelden:
ding – ding
etje
ketting – ketti
nkje
Slide 7 - Slide
Wat is het verkleinwoord van...
Boom
Stem
Slide 8 - Slide
-m
Woorden die eindigen op -m, krijgen meestal -
pje
erbij.
Soms kan het zo zijn dat ze een
-
metje
krijgen.
Voorbeelden
:
boom – boo
mpje
stem – stem
metje
Slide 9 - Slide
Wat is het verkleinwoord van...
Ster
Kip
Slide 10 - Slide
korte klinker
Woorden met een korte klinker, krijgen vaak een dubbele medeklinker.
Voorbeelden
:
ster – ster
r
etje
zon – zon
n
etje
kip – kip
p
etje
Slide 11 - Slide
Wat is het verkleinwoord van...
Auto
Café
Slide 12 - Slide
-a, -o, -u & -é
Woorden die eindigen op a, o, u of é krijgen meestal een extra klinker erbij.
Voorbeelden:
auto - aut
o
otje
opa - opa
a
tje
café - cafe
e
tje
menu – men
u
utje
Slide 13 - Slide
Wat is het verkleinwoord van...
Baby
Slide 14 - Slide
-y
Woorden die eindigen op een -y, schrijf je met een apostrof.
Voorbeelden:
baby - baby
’
tje
jury - jury
’
tje
Slide 15 - Slide
Wat is het verkleinwoord van...
Taxi
Ski
Slide 16 - Slide
-i
Woorden die eindigen op -i krijgen -ie.
voorbeelden:
Taxi - taxi
e
tje
Ski- ski
e
tje
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
verkleinwoord koning
A
koningje
B
koninkje
Slide 19 - Quiz
Verkleinwoord: accu
A
accuutje
B
accu'tje
Slide 20 - Quiz
verkleinwoord: opa
A
opatje
B
opaatje
Slide 21 - Quiz
verkleinwoord: vergoeding
A
vergoedingje
B
vergoedinkje
Slide 22 - Quiz
verkleinwoord baby
A
baby'tje
B
babietje
Slide 23 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van bank?
Slide 24 - Open question
Wat is het verkleinwoord van kaars?
Slide 25 - Open question
Wat is het verkleinwoord van ding?
Slide 26 - Open question
Wat is het verkleinwoord van haring?
Slide 27 - Open question
Wat
taalverzorging h4 - verkleinwoorden - hele paragraaf afmaken
Hoe
Individueel,
in stilte
Werkmoment
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Week 45 - les 1a
13 days ago
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
verkleinwoorden
January 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
February 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
January 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
verkleinwoorden
May 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Creatief schrijven & spelling les 6: verkleinwoorden
February 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling toetsoverzicht
February 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Proefles Meervoud op -en/-s/'s, 1F
April 2018
- Lesson with
16 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo