5.1 verbranden

Energie
5.1 Verbranden 
5.2 Verwarmen
5.3 Brandstof en milieu
5.4 Energie omzetten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Energie
5.1 Verbranden 
5.2 Verwarmen
5.3 Brandstof en milieu
5.4 Energie omzetten

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Doelen voor vandaag.
Wat weet je al?
Uitleg verbranding.
Zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Vandaag leer je:
  • Je kunt uitleggen wat een chemische reactie is. 
  • Je legt het verschil uit tussen een volledige en onvolledige verbranding. 

Slide 3 - Slide

         Energie? 
Waar denk je aan?

Slide 4 - Slide

een vlam wat is dat eigenlijk?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

welke soorten vlammen zijn er?

Slide 7 - Slide



volledige verbranding 
  • voldoende zuurstof
  • CO2 en waterdamp
  • blauwe of kleurloze vlam



onvolledige verbranding
  • te weinig zuurstof
  • koolstofmonoxide (gevaarlijk) , roet en waterdamp
  • gele vlam

Slide 8 - Slide

Bij een verbranding komt warmte vrij
De warmte die vrijkomt is een vorm van energie
 Die energie wordt gebruikt om iets op te warmen of elektriciteit op te wekken

Slide 9 - Slide

Bij een verbranding komt warmte vrij
De warmte die vrijkomt is een vorm van energie
 Die energie wordt gebruikt om iets op te warmen of elektriciteit op te wekken

Slide 10 - Slide

Brand 
  • Brand = ongecontroleerde verbrandingsreactie
Brand blussen
  • Afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur
  • Brandstof weghalen
  • Aanvoer zuurstof afsluiten

Slide 11 - Slide

Welke van de volgende antwoorden is NIET juist

Bij een verbranding heb je altijd ...
A
brandstof nodig
B
zuurstof nodig
C
warmte wat vrij komt
D
koolstofdioxide nodig

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding?

Slide 13 - Open question

Noem twee manieren waaraan je een onvolledige verbranding kunt herkennen?

Slide 14 - Open question

Zelfstandig werken
Wat?  Lees blz. 108 en 109 en maak opgave 1 tot en met 16.
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
Je kunt uitleggen wat een chemische reactie is.
Je legt het verschil uit tussen een volledige en onvolledige verbranding. 
Klaar? Nakijken!
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Flashcards maken. 

Slide 16 - Slide

Energie
5.1 Verbranden 
5.2 Verwarmen
5.3 Brandstof en milieu
5.4 Energie omzetten

Slide 17 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhaling van de vorige keer.
Verbranding ontstaan.
Langzame verbranding.
Zelfstandig werken.

Slide 18 - Slide

Doelen voor vandaag
  • Je kunt uitleggen hoe een verbranding ontstaat. 
  • Je kunt uitleggen wat langzame verbranding is (oxideren).
  • Je kunt uitleggen wat snelle verbranding is (explosie).

Slide 19 - Slide

Welke van de volgende antwoorden is NIET juist

Bij een verbranding heb je altijd ...
A
brandstof nodig
B
zuurstof nodig
C
warmte wat vrij komt
D
koolstofdioxide nodig

Slide 20 - Quiz

Wat is het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding?

Slide 21 - Open question

Noem twee manieren waaraan je een onvolledige verbranding kunt herkennen?

Slide 22 - Open question

Wat is een vlam?
  • Chemische reactie
  • Brandstof en zuurstof
  • Brandbare gassen verbranden
  • Komt veel warmte vrij 

Slide 23 - Slide

Twee soorten vlammen

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding


Slide 24 - Slide

Roesten en oxideren
  • Door vocht en zuurstof gaat ijzer en staal roesten.
  • Bij andere metalen gaan de metalen oxideren. *
  • Roest maakt het metaal kapot oxideren niet.

Slide 25 - Slide

 roest en oxideren 

Slide 26 - Slide

Roest en oxideren

Slide 27 - Slide

oxiderend

Slide 28 - Slide

Wanneer gaat het het snelst?
Als alle deeltjes van de brandstof tegelijk verbranden, er is dan precies genoeg zuurstof.

                            Explosie!

Slide 29 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?  Lees 5.1 en maak opgave 17 tot en met  30.
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
  • Je kunt uitleggen hoe een verbranding ontstaat.
  • Je kunt uitleggen wat langzame verbranding is (oxideren).
  • Je kunt uitleggen wat snelle verbranding is (explosie).
Klaar? Begin met de woordenlijst voor 5.2
timer
5:00

Slide 30 - Slide