Lidwoorden-zelfstandige nw en bijvoeglijke nw

Lidwoorden-zelfstandige nw en bijvoeglijke nw
1 / 38
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lidwoorden-zelfstandige nw en bijvoeglijke nw

Slide 1 - Slide



Kijk naar deze 3 uitleg video's

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Het bepaald lidwoord (de/het)

                                     Mannelijk                            Vrouwelijk
Enkelvoud               el libro                                   la carpeta
                                     (het boek)                           (de map)
Meervoud                los libros                              las carpetas
                                     (de boeken)                       (de mappen)


Leerdoel: lidwoorden

Slide 6 - Slide

Het zelfstandig naamwoord
In het Spaans zijn zelfstandige naamwoorden mannelijk of vrouwelijk
  • Mannelijk, zijn woorden die eindigen op een -o. Ook woorden die eindigen op -aje en -or (beh. la flor) zijn mannelijk.
  • uitzonderingen op een -o zijn o.a.: la radio, la mano, la foto, la moto
  • Vrouwelijk zijn woorden die eindigen op een -a, -dad, -tad, -ción/-sión.
  • uitzonderingen zijn woorden die eindigen op -ema: el problema, el tema maar LA crema
  • Tip:Leer altijd het lidwoord erbij!
Leerdoel: zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Slide

Meervoud
Stap 1: zet het lidwoord in het meervoud
el --> los, la --> las
Stap 2: zet het zelfst. nw. in het meervoud
* woorden die eindigen op een klinker krijgen een -s
* woorden die eindigen op een medeklinker krijgen -es
vb: el libro --> los libros
      el profesor --> los profesores
      la estudiante --> las estudiantes

woorden op een -z krijgen -ces
el lápiz --> los lapices
Leerdoel: meervoud

Slide 8 - Slide

Koppel lidwoord aan zelfstandig naamw.
el
la
los
las
bibliotecas
dicoteca
banco
museos

Slide 9 - Drag question

lidwoorden
la
los
las
el

..... mesa
 ..... pizarra

..... libros

..... bolígrafo

..... sillas

..... corcho

Slide 10 - Drag question

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
la
los
las
el
profesora
papelera
goma de borrar
cuaderno
bolígrafos
mochilas
alumnos
sillas
carpetas
diccionario

Slide 11 - Drag question

Los adjetivos 

  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan .(mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 12 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een 
-o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 13 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een 
-e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 14 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb:   el pueblo azul (het blauwe dorp)
        la casa azul (het blauwe huis)

Slide 15 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente    --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 16 - Slide

Femenino (vrouwelijk)
Masculino (mannelijk)
Chica
Plato
Ciudad
Problema
Fútbol

Slide 17 - Drag question

Wat is het meervoud van:
perro (hond)
A
perroes
B
perros
C
perro's
D
perro

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van:
pared (muur)
A
paredes
B
pareds

Slide 19 - Quiz

Wat is het enkelvoud van:
relojes (klokken)
A
reloje
B
reloj
C
relojos
D
relojcs

Slide 20 - Quiz

Wat is het enkelvoud van:
bicicletas (fietsen)
A
biciclet
B
bicicleta

Slide 21 - Quiz

Maak het meervoud van:
hotel

Slide 22 - Open question

Maak het enkelvoud van:
casas (huizen)

Slide 23 - Open question


Bijv.nw
Las chicas _________
A
simpáticos
B
simpatíca
C
simpáticas
D
símpatico

Slide 24 - Quiz


Tengo una guitarra ________
A
bonito
B
bonita
C
bonitos
D
bonitas

Slide 25 - Quiz


Los chicos _____
A
tranquilas
B
tranquilos
C
tranquilas
D
tranquilo

Slide 26 - Quiz


Las clases ______
A
difícil
B
difíciles
C
difícilas
D
difícilos

Slide 27 - Quiz


Las playas __________
A
Blanco
B
Blancos
C
Blanca
D
Blancas

Slide 28 - Quiz


Los museos ____________
A
interesantos
B
interesantes
C
interesanta
D
interesantas

Slide 29 - Quiz


Mi hermano es muy _____
A
simpática
B
simpático
C
irritantes
D
alegro

Slide 30 - Quiz


Mi casa es _____
A
blanco
B
blanca
C
blancas
D
blanque

Slide 31 - Quiz


Tiene los ojos _______ (azul)
A
azul
B
azula
C
azules
D
azulas

Slide 32 - Quiz


La catedral _________
A
bonito
B
bonitos
C
bonita
D
bonitas

Slide 33 - Quiz


_________ libros
A
muchas
B
mucho
C
muches
D
muchos

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Países y nacionalidades

Slide 36 - Slide

mannelijk eindigt op -o,
vrouwelijk eindigt op - a
mannelijk eindigt op een medeklinker, 
vrouwelijk + a ( het accentje valt weg)
voor mannelijk en vrouwelijk is er één vorm
canadiense
marroquí
belga
israelí
alemana
español
holandés
portuguesa
argentino
italiana
ruso
brasileña

Slide 37 - Drag question

Succes met leren!

Slide 38 - Slide