This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesson-up
Toevoegen voor lessen leren voor de toets
Klascode: gpxaj
Slide 2 - Slide
§ 9.2 Oorzaken van criminaliteit
Slide 3 - Slide
Planning
Eerste half uur: 9.2 - uitleg / vragen maken / PO opdracht 4 en 5
Tweede half uur: 9.4 - uitleg / vragen maken / PO opdracht 6, 7, 8
Slide 4 - Slide
Wat is criminaliteit?
Vorige les § 9.1: Wat is criminaliteit?
Criminaliteit zijn alle misdrijven zoals ze in de wet staan.
Slide 5 - Slide
Dit is een crimineel.
Dit is geen crimineel.
Slide 6 - Drag question
Waarom wordt iemand crimineel?
Slide 7 - Mind map
Risicofactoren voor
crimineel gedrag
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat iemand een verhoogde kans heeft om crimineel gedrag te vertonen.
Risicofactoren
De omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.
Slide 8 - Slide
Risicofactoren voor
crimineel gedrag
Groepsdruk
Een slechte opvoeding
Alcohol/drugs
Spijbelen/schooluitval
Biologische factoren
Hetzelfde doen als je vrienden --> erbij willen horen.
Als je verkeerde normen/waarden aangeleerd krijgt.
Dingen doen onder invloed die je niet zou willen.
Mensen met een psychische stoornis kunnen eerder agressief reageren.
Geen diploma/perspectief, minder kansen. Eerder aanraking met justitie.
Slide 9 - Slide
Marion: "Ik heb mezelf vaak afgevraagd: waarom doe je het? Ik kreeg thuis alle ruimte, ik had alles. Maar je kunt op je 16e behoorlijk eenzaam zijn, ook al heb je vrienden. Daarnaast had ik vriendinnen die wel eens iets pikten en dan ga je het normaal vinden. Je hoort erbij als je het ook doet."
Om welke risicofactor gaat het in deze tekst?
Slide 10 - Slide
Het gaat om de risicofactor ....:
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
Welke risicofactor voor criminaliteit herken je in dit fragment?
timer
0:30
Slide 13 - Open question
Wat kunnen risicofactoren zijn die de kans op crimineel gedrag vergroten?
Vorige les § 9.2: Oorzaken van criminaliteit
Groepsdruk
Slechte opvoeding
Alcohol/drugs
Biologische factoren
Spijbelen/schooluitval
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Maatschappelijke omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken
fd
Slechte leefomstandigheden
Minder sociale controle --> pakkans is kleiner.
Minder strenge normen dan vroeger (normvervaging)
Laag inkomen/werkloosheid
Bijv. mensen zeggen niets als iemand iets steelt. Mensen controleren elkaar minder. In een dorp is de sociale controle groter dan in de stad
Een fiets terugstelen als je eigen fiets gestolen is.
Slide 16 - Slide
Aan de slag t/m 12:00 uur
Paragraaf 9.2: Maak opdracht 2, 3, 6 en 7
Klaar? Kijk alvast naar je PO, opdracht 1 t/m 4
Let op! Volgende week geen les, zorg dat je PO vóór de les van maandag 24 juni af hebt tot en met vraag 8