Les 3 - Hst. 8.3 (Beroepsmavo)

Welkom bij Nask
Klas 2

Hoofdstuk 8
Kracht en beweging
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nask
Klas 2

Hoofdstuk 8
Kracht en beweging

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 8
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde kun je antwoord geven op deze vragen:

- Wat is snelheid?
- Hoe reken je met tijd en afstand?
- Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
- Hoe reken je de snelheid om?

Slide 3 - Slide

Wat is snelheid?
Snelheid heeft te maken met twee grootheden.

Afstand
Centimeter - Meter - Kilometer 

Tijd
Uur - Minuten - Seconde 

Slide 4 - Slide

Hoe bereken je de snelheid?
Formule:
Gemiddelde snelheid = Afstand : Tijd
                       v                    =         s        :   t

Slide 5 - Slide

Hoe reken je met tijd?
Voorbeeld:
15 minuten


15 x 60 = 900 seconde

15 : 60 = 0,25 uur

Slide 6 - Slide

Hoe reken je met afstand?
Voorbeeld: 
50 meter

Van meter naar centimeter:
50 x 10 x 10 = 5000 cm

Van meter naar kilometer:
50 : 10 : 10 : 10 = 0,05 km

Slide 7 - Slide

Hoe bereken je gemiddelde snelheid?
1. Gegeven          s =             t = 
2. Gevraagd        v
3. Formule:         v = s : t
4. Berekening    v = 
5. Antwoord       v = 

Slide 8 - Slide

Rekenen met snelheid
Je ziet een bliksem op 1000 meter afstand. Je hoort het geluid van de donder pas 3 seconden later. Wat is de gemiddelde snelheid van het geluid in m/s? 

  1. Gegeven             s = 1000 m        t = 3 seconden
  2. Gevraagd          v
  3. Formule             v = s : t
  4. Berekening      v = 1000 : 3
  5. Antwoord         v = 333 m/s


Slide 9 - Slide

Rekenen met snelheid
Alex fietst 2 uur lang. Hij legt een afstand af van 36 kilometer. 
Wat was zijn gemiddelde snelheid in km/h?

  1. Gegeven             s = 36 km        t = 2 uur
  2. Gevraagd          v
  3. Formule             v = s : t
  4. Berekening      v = 36 : 2
  5. Antwoord         v = 18 km/h


Slide 10 - Slide

Hoe reken je snelheid om?
10 m/s
10 x 3,6 = 36 km/h


90 km/h 
90 : 3,6 = 25 m/s

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken
Lezen - Hoofdstuk 8.3

Maken in je boek - Hoofdstuk 8.3

Slide 12 - Slide