Oh, c'est bon - Les 11 (1C MeeM)

1 / 55
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

       Bonjour classe VM1C 

C'est lundi 17 janvier 2022


       Bienvenue!

Slide 2 - Slide

            Bonjour!

  •  Ben je rustig gaan zitten volgens de plattegrond?
  •  Zit je telefoon in de telefoontas, op stil?
  •  Heb je je boek/schrift/pen/opgeladen laptop op tafel? 
    (Laat je laptop nog even dicht!)   



Oui? --> On y va!

Slide 3 - Slide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 4 - Slide

Le programme
  • révision                                                                    10'
  • parler                                                                         10'
  • Grammaire H: la négation                               15'
  • Au travail                                                                 15'
  • Évaluation                                                                3'                                                                       


Slide 5 - Slide

Les buts (= de doelen)
- Je weet of je je huiswerk voor vandaag goed hebt geleerd;
- Je kunt reageren op vragen over jezelf in het Frans; 
- Je maakt kennis met de ontkenning in het Frans en oefent
   hiermee in bron H.



 


Slide 6 - Slide

Les devoirs
CHAPITRE 2
- Maken en leren: bron H (chapitre 2)
  (online)
- Herhalen: getallen 0 t/m 60


Slide 7 - Slide

Les nombres + vocabulaire
1. quinze enfants
2. cinquante-trois baguettes
3. vingt-quatre magasins
4. quarante-sept baguettes
5. trente-neuf crêpes
6. soixante-six oeufs
7. seize supermarchés

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

De ontkenning komt in het Frans:
A
Om het werkwoord heen
B
Om het onderwerp
C
Om de persoonsvorm
D
Om het eerste werkwoord in de zin

Slide 13 - Quiz

Uit welke woorden bestaat de ontkenning
A
alleen 'pas'
B
alleen 'ne'
C
'ne/n' en 'pas'
D
no pas

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de ontkenning ne...pas?
A
geen
B
niet
C
nooit
D
niet meer

Slide 15 - Quiz

niet / geen

ne / n' ........... pas


persoonsvorm

Slide 16 - Slide

Je parle français.                     Ik spreek Frans


Je ne parle pas français                     Ik spreek geen Frans

Slide 17 - Slide

Je reste à Velp                  Ik blijf in Velp


Je ne reste pas à Velp.                     Ik blijf niet in Velp.

Slide 18 - Slide

J'ai 14 ans   --> Ik ben 14 jaar

Je n'ai pas 14 ans   ---> Ik ben geen 14 jaar

Slide 19 - Slide

Maak ontkennend.
1. Tu cherches un bon restaurant?
2. Vous commandez un dessert?
3. Tu voudrais acheter une baguette?
4. Nous parlons pendant le dîner.
5. J'ai deux frères.
6. Elle aime le lait.

Slide 20 - Slide

Maak ontkennend.
1. Tu ne cherches pas un bon restaurant?
2. Vous ne commandez pas un dessert?
3. Tu ne voudrais pas acheter une baguette?
4. Nous ne parlons pas pendant le dîner.
5. J'ai deux frères. --> Je n'ai pas deux frères.
6. Elle n'aime pas le lait. 

Slide 21 - Slide

Les lunettes

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

'Ik eet geen vlees'.
Welke zin is goed?
A
Je ne pas mange de viande.
B
Je n'mange de viande pas.
C
Je n'mange pas de viande.
D
Je ne mange pas de viande.

Slide 24 - Quiz

'Ik hou niet van pizza'
Welke zin is goed?
A
Je n'aime pas la pizza.
B
Je ne pas aime la pizza.
C
Je ne aime pas la pizza.
D
Je ne aime la pizza pas.

Slide 25 - Quiz

Maak ontkennend met 'ne / n'.... pas'
'Tu cherches le pain.'

Slide 26 - Open question

Maak ontkennend met 'ne / n'.... pas'
'Nous restons dans la classe.'

Slide 27 - Open question

Maak ontkennend met 'ne / n'.... pas'
'Elles sont à Velp.'

Slide 28 - Open question

Maak ontkennend met 'ne / n'.... pas'
'J'ai deux soeurs.'

Slide 29 - Open question

Au travail
CHAPITRE 2
- Maken: bilan (= oefentoets) online

Slide 30 - Slide

Parlez 
1. Bonjour!
2. Comment tu t'appelles?
3. Tu as quel âge?
4. Tu habites où?
5. Tu as un frère / une soeur?
6. Tu as un chien?
7. Tu aimes la pizza?
8. Tu détestes les légumes?

Slide 31 - Slide

Parlez français
- begroet elkaar
- vraag / zeg hoe het gaat
- vraag naar elkaars naam
- vraag naar elkaars woonplaats
- vraag naar elkaars huisdier
- praat over wat jullie (niet) lekker vinden
- neem afscheid

Slide 32 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 33 - Open question

Wat wil je de eerstvolgende les doen / oefenen?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

au revoir! 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Het maken van een planning
1) Wat moet je leren?
2) Wanneer moet je het kennen?
3) Hoe ga ik het leerwerk in kleine blokken verdelen?
4) Hoeveel leermomenten heb je (nodig)?
5) Wanneer ga ik wat leren?
6) Hoe ga ik het leren?

Slide 40 - Slide

Tips
- Schrijf je planning op (in je agenda);
- Gebruik de Pomodoro-techniek (25 min. leren (= concentreren) + 5 min  pauze.
- Leer actief: schrijf woorden op, maak woordkaartjes, lees de woorden voor etc. HERHAAL , HERHAAL, HERHAAL!
- Laat jezelf overhoren (of gebruik Quizlet).
- Zorg ervoor één dag voor de toets 'klaar' te zijn. 

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Top 5 des tubes de l'été
- Donne un numéro aux chansons de 1 à 5

- Quelle est ta chanson préférée?

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Grandes Lignes koppelcode
1C

Slide 51 - Slide

la fin

  • wat heb je geleerd?
  •  vragen?

Slide 52 - Slide

Comment tu t'appelles?


Je m'appelle .......
comment ça va?

Slide 53 - Slide

Parlez!
- Bonjour!
- Ça va?
- Comment tu t'appelles?
- Tu habites où?
- Tu as un chat?
- Au revoir!

Slide 54 - Slide

Parlez!
Voer een gesprekje met elkaar in het Frans:
- begroet elkaar
- vraag / zeg hoe het gaat
- vraag naar elkaars naam
- vraag waar iemand woont --> bron C
- vraag naar iemands huisdier
- neem afscheid

Slide 55 - Slide