oefenvragen boek 4a

oefenvragen boek 4a
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

oefenvragen boek 4a

Slide 1 - Slide

Vetten zijn energierijke stoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Drag question

Welke vaten vervoeren
opgelost suiker ?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 4 - Quiz

Hoe heten de vaten in planten die water en voedingszouten transporteren?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 5 - Quiz

+
+
-->
Fotosynthese:
+
.........
........
.........
..........
........

Slide 6 - Drag question

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?
A
Ze zorgen voor stevigheid
B
daar vindt de fotosynthese plaats
C
Ze bewaren DNA
D
Er kan water in.

Slide 7 - Quiz

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 8 - Drag question

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
Als eicellen op de stempel terecht komen
C
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van een andere soort
D
Als eicellen op de meeldraad terecht komen

Slide 9 - Quiz

Stuifmeel wordt gemaakt in ...
A
De helmknop
B
Het vruchtbeginsel
C
De helmdraad
D
Het zaadbeginsel

Slide 10 - Quiz

Je moet in een afbeelding van de bloem van de plant de juiste 
namen bij de onderdelen kunnen zetten.

Zet de namen op de juiste plek in de afbeelding.
stempel
stijl
stamper
vruchtbeginsel
stengel
helmdraad
helmknop
kelkblad
kroonblad
meeldraad

Slide 11 - Drag question

Kunnen 36: Je moet in een afbeelding van de bloem van de plant de juiste 
namen bij de onderdelen kunnen zetten.

Zet de namen op de juiste plek in de afbeelding.
stempel
stijl
zaadbeginsel
vruchtbeginsel

Slide 12 - Drag question

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Allebei

Slide 13 - Quiz

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 14 - Quiz

In de grote hersenen
A
Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
Worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
Zetten prikkels om in impulsen

Slide 15 - Quiz

Gevoelszenuw
Schakelcel
Bewegingszenuw
Gemengde zenuw

Slide 16 - Drag question

Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel

Slide 17 - Drag question

Gevoelszenuwcel
Schakelcel
Bewegingszenuwcel

Slide 18 - Drag question

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
teelballen
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 19 - Drag question

Hormoonklier
Schildklier
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans
Eierstokken
Maakt het hormoon...
Hypofyse
timer
1:00
Schildklierhormoon
Groeihormoon
Adrenaline
Insuline
Oestrogenen

Slide 20 - Drag question

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex
C
geen van beide
D
kan allebei zijn

Slide 21 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 22 - Quiz

De reflexboog van je knie reflex gaat via ... .
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen

Slide 23 - Quiz

De reflexboog van je ooglidreflex gaat via.....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen

Slide 24 - Quiz

Eilandjes van Langerhans
Glucagon
Glucose
Insuline
Glycogeen
Hormoon die je bloedsuikerspiegel laat stijgen
Hormoon die je bloedsuikerspiegel laat dalen
Keten van glucose die opgeslagen is in de lever en spieren
Suiker
Hier worden de hormonen glucagon en insuline gemaakt

Slide 25 - Drag question

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 26 - Quiz

Kunnen 27: Je moet in een afbeelding van de hersenen de verschillende onderdelen 
kunnen benoemen.
Koppel aan de juiste vakken:
Naam:
Taak:
Q:
R:
S:
T:
Q:
R:
S:
T:
alles dat bewust gaat zoals waarnemen en geheugen
alles waar je niet over nadenkt, zoals hartslag en reflexen in hoofd
bewegingen coördineren
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
reflexen onder het hoofd regelen
ruggenmerg

Slide 27 - Drag question