Vrouwelijke geslachtshormonen: oestrogeen en progesteron
Slide 11 - Slide
Het hormoonstelsel regelt vooral snelle, kortdurende processen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel
Slide 13 - Quiz
1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven
2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar
2 nietwaar
D
1 nietwaar
2 waar
Slide 14 - Quiz
Sleep de juiste namen achter de nummers
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren
Slide 15 - Drag question
Basisstof 7.
De hypofyse en de schildklier
Basisstof 7.
De hypofyse en de schildklier
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Hypofyse
Hormoonklier die o.a. groeihormoon maakt
-Groeihormoon regelt de groei van botten
Beïnvloed ook andere hormoonklieren:
-Schildklier, teelballen, eierstokken
Aantekening
Slide 18 - Slide
De hypofyse maakt een hormoon die de groei van de beenderen regelt
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
schildklier
is een hormoonklier in je hals, tegen het strottenhoofd
Stofwisseling,
groei en
ontwikkeling.
Slide 22 - Slide
Altijd al eens afgevraagd waarom sommige mensen alles kunnen eten en toch niet aankomen?
Slide 23 - Slide
Schildklier
Hormoonklier die o.a. schildklierhormoon maakt
Schildklierhormoon beïnvloed:
-Stofwisseling, groei en ontwikkeling
Aantekening
Slide 24 - Slide
te weinig jodium
dat zit bijvoorbeeld in brood
(of door ziekte)
Slide 25 - Slide
Wat weet je over glucose?
Slide 26 - Mind map
glucose
- In je voedsel komen vrijwel altijd koolhydraten voor. Koolhydraten worden in je darmkanaal verteerd tot onder andere glucose. GLucose wordt door de wand van de dunne darm heen opgenomen in het bloed.
- Glucose is de belangrijkste brandstof in je lichaam.
- Zonder glucose krijgt je lichaam geen energie en werken je cellen niet meer.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
De eilandjes van Langerhans
Slide 29 - Slide
Regeling
Glucagon en insuline regelen het glucosegehalte van het bloed. Na een maaltijd stijgt het glucosegehalte met als gevolg dat er veel insuline wordt gemaakt.
Insuline zorgt ervoor dat cellen het glucose (suiker) uit het bloed kan opnemen. Onder invloed van insuline daalt het glucosegehalte van het bloed totdat de bloedsuikerspiegel weer in balans is.