2BK H3 en 4 lezen oefentoets

Nederlands
Oefentoets lezen h 3 en 4
Talent Max
2BK
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Oefentoets lezen h 3 en 4
Talent Max
2BK

Slide 1 - Slide

Zij jullie er klaar voor?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Jullie herkennen het onderwerp van een tekst
  2. Jullie herkennen de alinea's in een tekst
  3. Jullie herkennen de inleiding, kern en slot van een tekst
  4. Jullie herkennen verschillende tekstdoelen en tekstsoorten
  5. Jullie herkennen het tekstverband van een voorbeeld, reden en conclusie

Slide 3 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
is de titel van een tekst
B
de afbeelding bij een tekst
C
dat waar een tekst over gaat
D
komt niet voor in een tekst

Slide 4 - Quiz

Wat is een illustratie?
A
een afbeelding
B
een titel
C
een tussenkopje

Slide 5 - Quiz

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?
A
Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
B
Inleiding, slot en hoofdgedachte
C
Inleiding, middenstuk en slot
D
Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Slide 6 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 7 - Quiz

Wat is NIET waar?
Een alinea....
A
..begint altijd op een nieuwe regel.
B
....springt soms bij de eerste regel een beetje in.
C
......gaat over een deel van het onderwerp.
D
.....heeft altijd een tussenkopje.

Slide 8 - Quiz

Uit welke alinea's
bestaat het
middenstuk?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
2, 3 en 4

Slide 9 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quiz

Wat is het hoofddoel van een recept?
A
activeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
informeren

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Instructie
B
Ingezonden brief
C
Stripverhaal
D
Reclamefolder

Slide 12 - Quiz

Wat is geen informatieve tekst?
A
leerwerkboek Talent
B
inhoudsopgave in een boek
C
klachtenbrief
D
website van de huisartspraktijk

Slide 13 - Quiz

Wat hoort bij een informatieve tekst?
A
Feiten
B
Lange zinnen
C
Meningen
D
Voorbeelden

Slide 14 - Quiz

Wat is geen activerende tekst?
A
advertentie
B
pamflet
C
zakelijke brief
D
uitnodiging

Slide 15 - Quiz

Een activerende tekst ...
A
wil jou als lezer vermaken
B
geeft de mening van de schrijver weer.
C
wil jou als lezer in actie brengen.
D
geeft informatie over een bepaald onderwerp.

Slide 16 - Quiz

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 17 - Quiz

Lees de inleiding

Slide 18 - Slide

Deze inleiding begint met....
A
1 of meer vragen
B
een grappig verhaaltje
C
Algemene informatie
D
*

Slide 19 - Quiz

Lees het slot.

Slide 20 - Slide

Wat voor soort slot is het?
A
Een mening
B
Een samenvatting
C
Een advies
D
*

Slide 21 - Quiz

Lees het slot.

Slide 22 - Slide

Wat voor soort slot is het?
A
Een mening
B
Een samenvatting
C
Een advies
D
*

Slide 23 - Quiz

TEN SLOTTE

is een signaalwoord voor
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Volgorde van tijd

Slide 24 - Quiz

Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 25 - Drag question

Tegenstelling

Reden, verklaring
Maar

Toch
Daarentegen
Daarom

Want
Omdat

Slide 26 - Drag question

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
timer
1:00
Tegenstelling
Reden
Opsomming
want
ten slotte
en
verder
toch
omdat
echter
daarentegen

Slide 27 - Drag question

Een tekstdoel is ...
A
het doel dat de lezer heeft met het lezen van de tekst
B
het doel dat in de tekst wordt besproken
C
het doel dat de schrijver heeft met het schrijven van teksten
D
het doel dat de schrijver wil bereiken bij de lezer

Slide 28 - Quiz

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 29 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 30 - Quiz

"levensgevaarlijk dus!"
Feit of mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 31 - Quiz

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 32 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
Deelonderwerp
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 33 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de lay-out?
A
de uitleg van de tekst
B
de afbeelding bij de tekst
C
de opmaak van de tekst

Slide 34 - Quiz

Wat is het hoofddoel van een reclametekst?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 35 - Quiz

Wat is het hoofddoel van een recept?
A
activeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
informeren

Slide 36 - Quiz

Wat is belangrijker in een tekst: hoofdzaken of bijzaken?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 37 - Quiz

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 38 - Quiz

Einde . 

Veel succes met leren en tot vrijdag! :-) 

Slide 39 - Slide