- Staat er geen zelfst. nw. achter (zoals bij een bijv. nw.), maar kun je die wel denkbeelding invullen (het wordt al ergens voor of achter de zin gebruikt)? Dan schrijf je het zonder -n.
De meeste zitten op hun plek, want de leerlingen willen snel beginnen.
- Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e en krijgen in het meervoud een -n.
(Blinden, alleenstaanden, ouderen, doven...)