Administratie hoofdstuk 11

1. Noem 3 taken die een accountantskantoor of een administratiekantoor voor een bedrijf kan verzorgen
1 / 24
next
Slide 1: Open question
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1. Noem 3 taken die een accountantskantoor of een administratiekantoor voor een bedrijf kan verzorgen

Slide 1 - Open question

2. Wat is het verschil tussen een accountantskantoor en een administratiekantoor wat betreft de vereiste vakkennis?

Slide 2 - Open question

3. Op welke wijze kan een ondernemer in geval van uitbesteding van zijn boekhouding toch inzicht in de gang van zaken houden?

Slide 3 - Open question

4. Welke mogelijkheden biedt online boekhouden in de relatie ondernemer en accountant?

Slide 4 - Open question

5. Waarom zal de loonadministratie vaak als eerste worden uitbesteed?

Slide 5 - Open question

6. Noem voor een onderneming een voordeel en een nadeel van uitbesteding van de loonadministratie.

Slide 6 - Open question

7. Wanneer moet een bedrijf loonheffing afdragen?

Slide 7 - Open question

8. Noem 3 belastingaangiftes die een accountant kan verzorgen.

Slide 8 - Open question

9. Hoeveel tarieven van de omzetbelasting bestaan er in ons land? En wat zijn de percentages?

Slide 9 - Open question

10. Welke bedrijven zijn vennootschapsbelasting verschuldigd?

Slide 10 - Open question

11. Baraska VOF heeft 2 medewerkers in dienst.
De prestaties van het bedrijf zijn niet belast voor de omzetbelasting.
Alle aangiftes worden verzorgd door administratiekantoor JP&G.
Welke aangiftes kan JP&G verzorgen?
A
Inkomstenbelastingen en loonheffingen
B
inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
C
Omzetbelasting en loonheffingen
D
Omzetbelasting en vennootschapsbelasting

Slide 11 - Quiz

Stelling 1: Een onderneming die diensten levert, die voor de omzetbelasting onder het 0%-tarief vallen, kan wel de voorbelasting btw in mindering brengen.
Stelling 2: Een loonbelastingverklaring wordt ingevuld door de werknemer.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
D
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist

Slide 12 - Quiz

13. Wat is een liquiditeitsprognose en waarom wordt die gemaakt?

Slide 13 - Open question

Stelling 1: Een administratiekantoor mag geen jaarrekening opstellen.
Stelling 2: Een cashflowprognose heeft betrekking op een komende periode en een kasstroomoverzicht op een afgelopen periode.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
D
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist

Slide 14 - Quiz

15. Waarom zal een ondernemer een accountant om advies vragen?

Slide 15 - Open question

16. Wat is estate planning?

Slide 16 - Open question

17. Noem naast estate planning nog 2 zaken waarin een accountant om advies kan worden gevraagd.

Slide 17 - Open question

18. Bij het samenstellen van een jaarrekening gaat een accountant heel nauwkeurig te werk. Welk hulpmiddel gebruikt de accountant om er zeker van te zijn dat hij niets vergeet?

Slide 18 - Open question

19. Wat is een werkprogramma?

Slide 19 - Open question

20. Noem een aantal werkzaamheden in een werkprogramma.

Slide 20 - Open question

21. Wat is de functie van een afschrijvingsstaat?

Slide 21 - Open question

22. Hoe kan een accountant controleren of het bedrag op de rekening Kruisposten (Geld onderweg) per het einde van het jaar juist is?

Slide 22 - Open question

23. Hoe kan een accountant controleren of het verschuldigde bedrag aan crediteuren per het einde van het jaar juist is?

Slide 23 - Open question

24. Leg uit waarom van een oninbare vordering op een debiteur de btw kan worden teruggevraagd.

Slide 24 - Open question