What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Centraal Examen Nederlands 2F
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
voorbereiden op CE Nederlands
Uitnodiging staat in je e-mail
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat denk je te moeten
kunnen en/of kennen?
Slide 4 - Mind map
Wat
moet
je kunnen en kennen?
- Tekstdoel
- Hoofd- en bijzaken
- De opbouw van een tekst
- Feiten en meningen
- Bedoelingen herkennen van de schrijver
- Tussenkopjes kiezen
- Een tekst samenvatten
Slide 5 - Slide
Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?
Slide 6 - Mind map
Welke TEKSTDOELEN ken je?
Slide 7 - Open question
Wat is de juiste volgorde van een tekstindeling?
A
Inleiding, middenstuk met tussenkopjes, slot
B
Inleiding, slot, middenstuk
C
Inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot
D
Titel, inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot
Slide 8 - Quiz
Welke tussenkopjes kunnen er staan in een tekst over de opleiding Haarstylist niveau 3?
Slide 9 - Mind map
Aan het einde van een tekst staat: dus we gaan nooit meer met de auto op vakantie.
Welke manier van afsluiten heeft de schrijver hier gebruikt?
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Aanbeveling
D
Oplossing
Slide 10 - Quiz
Met welk tekstverband hebben we hier te maken?
Ik ben van mening dat we geen vlees meer moeten eten, maar mijn beste vriend denkt daar anders over.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Reden
Slide 11 - Quiz
Met welk tekstverband hebben we hier te maken?
Als jij mijn tas inpakt, koop ik onderweg iets lekkers voor je.
A
Volgorde van tijd
B
Opsomming
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld
Slide 12 - Quiz
Met welk tekstverband hebben we hier te maken?
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Voorbeeld
Slide 13 - Quiz
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden
maar
,
toch
en
echter
?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie
Slide 14 - Quiz
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden
want
en
omdat
?
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
reden
Slide 15 - Quiz
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden
daardoor
en
zodat
?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling
Slide 16 - Quiz
Om welk tekstverband gaat het hier?
Ik kreeg een hapje en een drankje.
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 17 - Quiz
In welke zin wijzen de signaalwoorden
op een volgorde in tijd?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.
Slide 18 - Quiz
Opdracht 1
: lees de tekst en beantwoord daarna vragen
Slide 19 - Slide
Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen
Slide 20 - Quiz
Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie
Slide 21 - Quiz
Zijn er nog vragen?
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Klas 4, centraal Examen Nederlands
March 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
Centraal Examen Nederlands 2F
3 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
Centraal Examen Nederlands 2F
February 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
Centraal Examen Nederlands 3F
October 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
Centraal Examen Nederlands
November 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
Centraal Examen Nederlands 2F
November 2020
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Centraal Examen Nederlands 2F
June 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Centraal Examen Nederlands 2F
January 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3