Les 1; Pers zorg; mondverzorging


Persoonlijke verzorging
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Persoonlijke verzorging

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je vertellen:

-  wat onder uiterlijke verzorging wordt verstaan
-  Wat mondzorg is en welke taak jij als beroepsbeoefenaar hebt


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat versta je onder uiterlijke verzorging?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Noem 5 producten die
altijd in je toilettas zitten.

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Uiterlijke verzorging 
  • mond, gebit of gebitsprothese verzorgen
  • ogen, bril, contactlenzen en kunstoog verzorgen
  • oor en hoortoestel verzorgen
  • neus verzorgen
  • haar verzorgen: kammen, wassen en drogen, baard scheren
  • nagels verzorgen
  • voorlichting geven over de uiterlijke verzorging
  • hulpmiddelen aanbieden om zelfstandigheid te bevorderen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Als je een zorgvrager helpt bij de uiterlijke verzorging, dan:
  • zorg je voor zijn privacy
  • zorg je voor de nodige materialen en de bereikbaarheid ervan
  • benader je de zorgvrager rustig en handel je overzichtelijk
  • moedig je zelfzorgactiviteiten aan
  • leg je uit hoe de zorgvrager zichzelf binnen zijn mogelijkheden kan verzorgen
  • houd je rekening met speciale gelegenheden van de zorgvrager, zoals visite ontvangen, uitgaan.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waar houd je rekening mee?
  • het gezichtsvermogen
  • de kracht, het coördinatievermogen, het evenwicht
  • de balans
  • de hoeveelheid energie
  • de fijne motoriek
  • het cognitief vermogen
  • de mogelijkheid om bewegingen uit te voeren
  • het ziektebeeld

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar let je op bij
mondverzorging

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Een goede mondgezondheid is belangrijk voor de kwaliteit van leven. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ANAMNESE MOND
  • Wanneer en hoe vaak poetst de zorgvrager gewoonlijk zijn tanden?
  • Welke producten gebruikt hij? (tandpasta, flosdraad, mondwater)
  • Heeft de zorgvrager zijn eigen tanden of een tandprothese, brug of kunstgebit?
  • Heeft de zorgvrager mondproblemen, zoals bloedend tandvlees?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Een gezond gebit herkennen
  • Het tandvlees, gehemelte en de tong zijn lichtroze van kleur
  • Het tandvlees bloedt niet bij aanraking
  • Er zijn geen zwellingen, puistjes of zweertjes in de mond of op de lippen
  • Tanden of kiezen vertonen geen breuken
  • De mond ruikt niet
  • De mond is vochtig
  • Er wordt geen pijn ervaren

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Na het poetsen van natuurlijke tanden moet de zorgvrager de mond spoelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een gebitsprotese poets je met tandpasta.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Taken van een verzorgende en verpleegkundige


  • Dagelijks mondverzorging toepassen
  • Signaleren en rapporteren wijzigingen
  • Professionele zorg inschakelen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het gebit: de eerste stap in het verteren van voedsel
Snijtanden
Hoektanden
Kiezen


tanden waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten

tanden waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten

tanden met een knobbelige bovenkant waarmee voedsel wordt fijngemalen

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Wat is cariës?
A
een gaatje in het tandglazuur
B
het ontbreken van verstandskiezen
C
een scheefstaand gebit
D
tandsteen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gebitsprothese?
Een gebitsprothese of kunstgebit vervangt ontbrekende tanden en kiezen. Als gevolg van tandbederf, een ongeval of erfelijkheid kunnen er tanden en kiezen ontbreken. Een gebitsprothese wordt tegenwoordig zo mooi gemaakt dat het niet van een natuurlijk gebit is te onderscheiden.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Er bestaan diverse soorten prothesen:
1. Volledige uitneembare prothese (kunstgebit) 

2. Kunstgebit op implantaten 

3. Gedeeltelijke prothese  

Slide 19 - Slide

1. Volledige uitneembare prothese (kunstgebit)  
Een volledig kunstgebit vervangt al uw tanden en kiezen. Een volledig kunstgebit betekent dat de kaak volledig tandeloos is. Dit kan ook alleen gaan om de boven- of onderkaak. Deze prothese is uitneembaar. 

2. Kunstgebit op implantaten  
Het kunstgebit op implantaten is een volledig kunstgebit dat vastzit in de kaak. Het zit vast op implantaten die in het kaakbot worden gebracht. Hierdoor zit uw kunstgebit stevig vast in uw mond en hoeft u geen kleefpasta’s te gebruiken. Er zijn 2 varianten, een uitneembaar klikgebit welke u dagelijks in- en uit kunt “klikken” om het te reinigen. En een all-on-4 die vast zit op uw kaak en dus niet uitneembaar is. 

3. Gedeeltelijke prothese   
Mist u een of enkele tanden en/of kiezen, ziet u een volledig kunstgebit (nog) niet zitten en is een kroon op implantaat voor u ook geen goede oplossing? Kies dan voor een ‘gedeeltelijk kunstgebit’ zoals een frameprothese of een kunsthars plaatje dat de missende elementen in uw eigen gebit aanvult.
Verzorgen gebitsprothese
2x dgs water en zeep en prothese borstel 
Geen tandpasta
S'nachts uit, droog wegleggen
evt 1x per week in beetje natuurazijn en water

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

VILANS!
Zoek op Vilans het protocol op van mondzorg, scheren en nagels knippen.
Noem 2 dingen wat je hebt gelezen, die je nog niet wist

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is kenmerkend voor een vergevorderde tandvleesontsteking (parodontitis)? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Pijn
B
Bloeding bij het poetsen
C
Gezwollen tandvlees
D
Sterke vieze geur uit de mond

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Stelling: Als iemand een droge mond heeft, dan komt dit vaak door medicatie.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke plek in de mond is het belangrijkste om te poetsen?
A
De bovenkant van de tanden en kiezen.
B
De buitenkant van de tanden en kiezen.
C
De binnenkant van de tanden en kiezen.
D
De tandvleesranden rondom de tanden en kiezen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Als een zorgvrager niet meer zelf kan poetsen en het wel toe laat, maar het poetsen niet door mantelzorger/ zorgverlener gedaan wordt dan is dit verwaarlozing
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hulp bieden bij scheren

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hulp bieden bij scheren
  • Als helpende ondersteun je de cliënt die zichzelf niet meer kan scheren;
  • Je scheert elektrisch of met een scheermes;
  • Belangrijk is dat jij als helpende iemand niet bezeert en het scheerapparaat schoonmaakt.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

voorkeur zorgvrager
Wanneer nat - of droog scheren met een scheerapparaat?

voorkeur van de zorgvrager

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nat scheren
  • Vraagt meer lef en oefening.
  • Scheer altijd met de groeirichting van de haren mee. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

droog scheren
voordeel: sneller
hoeft niet in de badkamer

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Nagelverzorging

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nagelverzorging
  • Nagelverzorging houdt in dat je de nagels schoon houd en regelmatig knipt of vijlt.
  • Nagels groeien op het nagelbed, de nagelwortel zit tussen het bot en de huid van de vinger. De huid van de vinger eindigt in een nagelriem.
  • Cliënten die moeite hebben met het verzorgen van hun nagels moet overnemen. Pas  op voor rondvliegende nagels bij het knippen.
  •  Pedicure, deskundige voor eelt en nagelafwijkingen.
  • Nagelaandoeningen zijn ziekten of afwijkingen van de nagels.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

vingernagels knippen 
Dit mag wel behalve:
Als de zorgvrager diabetes mellitus heeft dit is suikerziekte mag je helemaal geen nagels knippen
risico: klein wondje wat niet geneest bij diabeten!!!!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Nagels knippen
Nagels verschonen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Verzorging.............
  • Nagels niet te kort knippen, teennagels recht afknippen
  • Goed afdrogen, ook tussen de tenen: voorkomen van schimmels
  • Regelmatig voeten insmeren
  • Elke dag schone (katoenen) sokken
  • Goed passende schoenen en pantoffels
  • Observeren en rapporteren
  • Aandachtspunten in zorgleefplan

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wel en niet doen
Oudere cliënten kunnen moeilijker hun nagels verzorgen. Ze missen de kracht voor het knippen of vinden het lastig om te bukken voor de teennagels.
Teennagels worden altijd door een pedicure of door familieleden geknipt. Dit heeft te maken met gezondheidsrisico’s. Als helpende doe je dit nooit.
Nagels van de handen doen de wel. 
Denk ook aan een verwenmiddag met handen verzorging en nagelslakken.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaat een ingegroeide teennagel?
A
Door een voetschimmel
B
Door het dragen van te grote schoenen
C
Verkeerd knippen van de nagels
D
Door het hebben van nepnagels

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

wanneer mag je geen nagels knippen?
A
bij reuma
B
bij een diabeet
C
bij een verlamming

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions