BBP: groei op korte termijn deel 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Groei BBP korte termijn deel 2

DE GROEI VAN HET BBP op korte termijn

Afhankelijk van de bestedingen = effectieve vraag.

De afwijking van de trend, de conjunctuurgolf

EV is de totale vraag naar goederen en diensten door gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland.

EV = C (consumptie) + I (investeringen) + O (overheidsbestedingen) + E (export) - M (import)

DE GROEI VAN HET BBP op korte termijn

De hoogte van de effectieve vraag (EV) vergelijken we met de productiecapaciteit (PC).

EV = PC = bestedingsevenwicht

EV < PC = onderbesteding

EV > PC = overbesteding

De drie situaties van Keynes

DE GROEI VAN HET BBP op korte termijn

Keynes (een econoom uit het verleden) zegt dat de overheid de EV moet beïnvloeden om het evenwicht te herstellen.

Bij onderbesteding moet de overheid de bestedingen verhogen

Bij overbesteding moet de overheid de bestedingen verlagen

De overheid zou bij onderbesteding de bestedingen (EV) kunnen verhogen door de ......

1. de lonen te verhogen
2. de inkomstenbelasting te verlagen
3. de lonen te verlagen
4. de inkomstenbelasting te verhogen

1. De overheid verlaagt de inkomstenbelasting
2. Bedrijven verhogen hun productie.
3. De consumptie (en dus de effectieve vraag) stijgt.
4. Bedrijven hebben meer personeel nodig (de vraag naar arbeid stijgt)
5. Het besteedbare inkomen neemt toe.
Zet in de juiste volgorde. Begin met stap 1.

1. 1 – 3– 5 – 2 – 4
2. 1 – 2 – 3 – 4 – 5
3. 1 – 5 – 3 – 2 – 4
4. 1 – 2 – 3 – 5 – 4

Opgave: Korte termijngroei van het BBP op blz. 119

1. De overheid verlaagt de inkomstenbelasting

5. Het besteedbare inkomen neemt toe.

3. De consumptie (en dus de effectieve vraag) stijgt.

2. Bedrijven verhogen hun productie.

4. Bedrijven hebben meer personeel nodig (de vraag naar arbeid stijgt)

Gevolg: de werkloosheid daalt!

vraag 11. Noem naast het verlagen van de inkomstenbelasting twee andere manieren waarop de overheid de effectieve vraag kan stimuleren.

1. Nieuwe wegen aanleggen
2. Investeringen door bedrijven stimuleren en zelf investeren
3. De lonen verhogen en zelf investeren
4. de inkomstenbelasting verlagen

Opgave: Korte termijngroei van het BBP op blz. 119

EV = C + I + O + E - M

Het verlagen van de inkomsten belasting wordt al genoemd en zorgt ervoor dat C stijgt. Noem dan de andere elementen van de EV.

O: Overheidsinvesteringen (bijvoorbeeld wegen aanleggen)

I: Investeringen door bedrijven stimuleren door de winstbelasting te verlagen of subsidies te geven

E: Export stimuleren met exportsubsidies

Opgave: Korte termijngroei van het BBP op blz. 119

Bij onderbesteding kan werkloosheid het probleem zijn.

De overheid moet ingrijpen door de bestedingen te verhogen

Bij overbesteding kan inflatie het probleem zijn.

De overheid moet ingrijpen door de bestedingen te verlagen.

vraag 12. Leg uit dat in een situatie van overbesteding de prijzen kunnen gaan stijgen.

Opgave: Korte termijngroei van het BBP op blz. 119

vraag 12:

Bij overbesteding (hoogconjunctuur) stijgt de vraag naar producten. De EV, bestedingen zijn groter dan het aanbod (de productiecapaciteit PC). De bedrijven verhogen hun prijzen (=inflatie).

EV > PC zorgt voor inflatie
 

Opgave: Korte termijngroei van het BBP op blz. 119

Belangrijke begrippen:

conjunctuur, effectieve vraag

productiecapaciteit

arbeidsproductiviteit

werkgelegenheid, werkloosheid, inflatie

bezettingsgraad = werkelijke productie/ productiecapaciteit x 100%

Opgave: Korte termijngroei van het BBP op blz. 119

Misschien hebben we nog tijd maar meestal niet.... 

Bezettingsgraad, werkloosheid, arbeidsproductiviteit moet je ook kunnen berekenen. Zie opgave blz. 119

Bij vragen kom in Dalton!

Volgende les nieuw onderwerp: ONGELIJKHEID

vraag 8: Stel dat in een bepaald jaar de effectieve vraag € 600 miljard bedraagt. We gaan ervan uit dat de bedrijven hun werkelijke productie aanpassen aan de effectieve vraag. De PC blijft op € 800 miljard. Bereken de bezettingsgraad in deze situatie. Getal plus %teken.

DE GROEI VAN HET BBP op korte termijn blz 119

Als er voor maximaal € 800 miljard geproduceerd kan worden (PC) in een land en de EV (bestedingen) is € 600 miljard dan is de bezettingsgraad: werkelijke productie/ productiecapaciteit x 100%

800 / 600 x 100% = 75%

Een gevolg van onderbesteding is werkloos. Berekenen

vraag 9: De effectieve vraag € 600 miljard bedraagt. De PC blijft op € 800 miljard. De arbeidsproductiviteit is nog steeds €100.000. Bereken hoeveel mensen er werkloos zijn. Antwoord het volledige getal. geen punten

DE GROEI VAN HET BBP op korte termijn blz 119

Als er voor maximaal € 800 miljard geproduceerd kan worden (PC) in een land en de EV (bestedingen) is € 600 miljard, de arbeidsproductiviteit is € 100.000 dan:

kunnen er maximaal  8 miljoen mensen werken. Bij de werkelijke productie van 600 miljard werken nu: 600 mrd / 100.000 = 6 miljoen mensen. 

8 miljoen – 6 miljoen = 2 miljoen werklozen

Volgende les: onderwerp ONGELIJKHEID blz. 149

Maak de rest van de opgaven zelf af en kijk alvast naar de volgende opgaven!

Opgave ‘De Lorenzcurve’

Opgave ‘De meidengroep en de Lorenzcurve’