3.4 Liberalisme / 3.5 Socialisme / 3.6 Confessionalisme

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vorming

3.4 Liberalisme / 3.5 Socialisme / 3.6 Confessionalisme

Liberalisme

Politieke stroming die een grote nadruk legt op de persoonlijke vrijheid van ieder mens.

Uitgangspunten liberalisme

• Individuele vrijheid - (iedereen moet zijn eigen leven zelf kunnen inrichten)
• Rationalistisch liberalisme - (Grenzen aan vrijheid, egoïsme is een gevaar)
• Individuele verantwoordelijkheid - (zelf initiatief nemen om eigen positie te verbeteren)
• Particulier initiatief - (Burgers nemen zelf initatieven, dat heeft meer garantie voor succes)
• Geen tegenstellingen tussen mensen - (Mensen moeten naast elkaar staan)
• Rechtsstaat - (Liberale grondrechten)
• Vrije markteconomie - (Vraag en aanbod bepaalt de prijs, niet de overheid)
• Geen grote overheidsbemoeiens - (Alleen veiligheid en vrijheid verzorgen)
• Participatiestaat - (Overheid moet zorgen voor een sociaal vangnet om mensen te helpen die het echt niet zelf kunnen, maar mensen moeten zelf proberen om uit benaderde situatie te komen)

Socialisme

Politieke stroming die streeft naar gelijkheid op economisch, sociaal en cultureel vlak.

Uitgangspunten socialisme

• Gelijkheid - (In de breedste zin van het woord)
• Solidariteit - (Verbonden voelen met de zwakkeren in de samenleving)
• Democratisering - (Mensen moeten veel zeggenschap/inspraak hebben)
• Nadruk op economische tegenstelling - (Arbeid vs Kapitaal)
• Tegen maatschappelijke ongelijkheid - (Tegenstellingen bestrijden)
• Nivellering - (Verkleinen van de inkomensverschillen)
• Actieve en intensieve rol overheid - (De samenleving is maakbaar: verbeteren sociale grondrechten, verbetering positie zwakkeren, beperkte marktwerking)

Confessionalisme

Politieke stroming die zich in haar politiek handelen laat inspireren door de Bijbel.

Uitganspunten christendemocratie

• Naastenliefde/solidariteit - (Heb uw naaste lief, zoals ge uzelf liefhebt)
• Christelijk geloof - (Bijbel als richtlijn voor politieke keuzes)
• Gespreide verantwoordelijkheid - (Maatschappelijk middenveld)
• Rentmeesterschap - (Aarde in bruikleen van God, dus goed verzorgen)
• Harmonie en samenwerking - (Conflicten in harmonie oplossen)
• Organische maatschappij - (Alles is met elkaar verbonden en heeft een eigen functie)
• Zorgzame samenleving - (Overheid zorgt voor een sociaal vangnet, maar mensen hebben ook bepaalde mate van eigen verantwoordelijkheid)

Uitgangspunten orthodox-christelijk

Godsdienstelijke standpunt dat de staat de dienaar Gods is en daarmee ondergeschikt is aan de Kerk en het geloof.

• SGP: Opheffing scheiding kerk en staat
• SGP: Mannen dienen te besturen, vrouwen moeten dienstbaar zijn
• CU: Minder orthodox