6.3 Burgers aan de macht: Franse Revolutie

6.3 Burgers aan de macht: Franse Revolutie
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

6.3 Burgers aan de macht: Franse Revolutie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je kan de oorzaken en gevolgen noemen van de Franse revolutie uitleggen in welk opzicht het een democratische revolutie is 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Democratische revolutie

Begrippenlijst:
“Revolutie die is gebaseerd op het idee van volkssoevereiniteit en die als belangrijkste doelen heeft alle of een deel van de burgers inspraak te geven in het bestuur en de grondrechten van burgers vast te leggen in een grondwet.” 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de oorzaken van de Franse revolutie?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verlichting in Frankrijk
  • Verzet tegen standenmaatschappij
  • Derde stand werd achtergesteld
  • Verlichte denkers uit de adel waren het hier ook niet mee eens
  • Onvrede
  • Veel verschillen binnen de derde stand: bedelaars, boeren, maar ook rijke koopmannen en geleerden

  • Wat doet de koning?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lodewijk XVI
  • Kleinzoon XIV
  • Feesten en paleizen
  • Oorlogen 
  • De staatsschuld groeit
  • Koning roept Staten-Generaal bijeen om belasting te verhogen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De Staten-Generaal
  • Elke stand één stem
  • Derde stand altijd nadelig (2-1)
  • Derde Stand roept (met hulp uit andere standen) de Nationale Vergadering uit: Eed op de kaatsbaan.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Eerste Revolutie (1789-1792)
Gematigder

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Van Staten-Generaal naar
Nationale Vergadering
De drie standen komen samen in de Staten-Generaal
Er ontstaat ruzie over het stemmen en de Nationale Vergadering wordt opgericht. Doel: een grondwet!

Het volk denkt dat de koning dit met geweld wil stoppen..
Te wapen!

Staten-Generaal
Een vergadering van de drie standen die de koning bijeen kan roepen
Nationale Vergadering
Een vergadering van de derde stand. Deze was het niet eens met de Staten-Generaal en richtte daarom een eigen vergadering op.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bestorming van de Bastille
14 juli 1789
  • De koning stuurt het leger naar Parijs om eventueel in te grijpen. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen Eerste Revolutie (eerste fase, gematigd)
  • 1789-1792
  • Koning legt zich neer bij Nationale Vergadering
  • Einde standensamenleving
  • Streven naar constitutionele monarchie:
    bestuur met koning en grondwet (constitutie)


Slide 11 - Slide

Verklaring rechten van de mens rekende af met standensamenleving en absolutisme. Voorbeeld: wet le chapelier
1791: Nieuwe grondwet
  • Frankrijk = constitutionele monarchie met censuskiesrecht.
  • Erfelijke titels afgeschaft
  • Scheiding der machten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

La grande peur
 
Ruïnes van de torens de oude abdij van Mont Saint-Eloi
Op een heuvel met uitzicht op Arras getuigen twee verminkte torens op de Mont Saint-Eloi van de grootsheid van een abdij die over de hele Artois uitstraalde.

De kerk doet tijdens de Franse Revolutie dienst als bouwmaterialenfonds. Alleen de witte torens en het portiek van de westelijke gevel blijven bewaard.
  • Privileges afgeschaft van edelen en geestelijken 
  • 1789: Rechten van de Fransen vastgelegd in de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger
  • Verlichting in de praktijk: 
  • 1) Mensen gelijk en vrij
  • 2) Volkssoevereiniteit
  • 3) Wetten voor algemene wil.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De Jakobijnen
  • Radicale revolutionairen niet tevreden met de grondwet
  • Politieke clubs in het land (1789)
  • Grootste: club der Jakobijnen (radicaal!)
  • Vs. Girondijnen (gematigden)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Robespierre
  • Aanhang Jakobijnen groeit door wangedrag van Lodewijk XVI: hij houdt zich niet aan de afspraken.
  • Iedereen die het niet met hem eens was, was vijand algemene wil (Rousseau).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De Tweede Revolutie (1792-1799)
  • Jakobijnen delen wapens uit aan menigte en bestormen het paleis
  • Onthoofding Lodewijk XVI!
  • Roepen de Republiek o.l.v. Jakobijnen
  • Vervangen de constitutionele monarchie voor republiek met algemeen mannenkiesrecht.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De terreur

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Einde
Zelfs de Jacobijnen vinden Robbespierre te radicaal: ook hij belandt op de Guillotine.

Chaos in Frankrijk: Wie neemt de macht over? Leger nodig om opstanden te onderdrukken.

1799: Napoleon!


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefening Historisch redeneren
Oorzaak en gevolg

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je kan de oorzaken en gevolgen noemen van de Franse revolutie uitleggen in welk opzicht het een democratische revolutie is 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions