Cobra
COBRA
C(k)openhagen Brussel Amsterdam
1 / 10
next
Slide 1: Slide
kunstgeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 10 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
COBRA
C(k)openhagen Brussel Amsterdam
Slide 1 - Slide
Kindertekeningen, Volkskunst en prehistorische kunst als inspiratie
-zonder vooropgezet plan
-veel fantasie
-spontaniteit, vrijheid, onbevangen
-pasteus snel en onregelmatige verfstreek
-ontbreken van perspectief, lichtval, diepte
-contouren
-geen onderscheid voorgrond achtergrond
-het maken zelf is belangrijk
-verf op doek zelf gemengd
-primaire en secundaire kleuren
Slide 2 - Slide
Bekijk afbeelding 4.1. Het werk van de Cobraschilders leidde tot grote opschudding en werd in de pers “geknoei, geklots en gekladder” genoemd. Hoewel Jorn De raaf schilderde nadat Cobra uit elkaar gevallen was, heeft het nog wel de kenmerken van Cobra.
2. Bespreek drie aspecten van de techniek van De raaf die tot dit soort kritiek leidden.
2. Bespreek drie aspecten van de techniek van De raaf die tot dit soort kritiek leidden.
Slide 3 - Slide
Bekijk afbeelding 4.2.
Constant Nieuwenhuys was de belangrijkste theoreticus en woordvoerder van de Cobragroep. Hij pleitte in zijn artikelen voor een nieuwe maatschappij met moderne kunst. De Cobrakunstenaars wilden een nieuwe weg inslaan met hun werk.
3. Noem twee uitgangspunten waardoor zij zich wilden laten leiden.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
De nieuwe weg die Cobra insloeg, blijkt uit Twee dieren van Constant (afb. 4.2).
4. Noem drie aspecten van de vormgeving die aansluiten op de idealen van Cobra.
4. Noem drie aspecten van de vormgeving die aansluiten op de idealen van Cobra.
Slide 6 - Slide
Bekijk afbeelding 4.3.
In 1956 kreeg Appel een opdracht voor een wandschildering in het voormalige restaurant van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Het werd een kleurrijke schildering waarbij drie figuren over de muur dansen: een gekuifde vogel, een mens en een bloem.
5. Noem twee aspecten van de muurschildering waaruit dat blijkt dat Appel zijn compositie aanpaste aan de functie van de ruimte en/of mogelijkheden van de muur.
In 1956 kreeg Appel een opdracht voor een wandschildering in het voormalige restaurant van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Het werd een kleurrijke schildering waarbij drie figuren over de muur dansen: een gekuifde vogel, een mens en een bloem.
5. Noem twee aspecten van de muurschildering waaruit dat blijkt dat Appel zijn compositie aanpaste aan de functie van de ruimte en/of mogelijkheden van de muur.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Appel kwam met zijn compositie niet helemaal goed uit op deze muur. 6. Waaruit blijkt dat Appel niet helemaal goed uitkwam?
Slide 9 - Slide
Bekijk afbeelding 4.5.
De nacht is een ets. Naast grafisch is de vormgeving ook schilderachtig.
11. Noem twee aspecten van de vormgeving die schilderachtig zijn.
De nacht is een ets. Naast grafisch is de vormgeving ook schilderachtig.
11. Noem twee aspecten van de vormgeving die schilderachtig zijn.
