Vertel elkaar een verhaal over jezelf. Twee delen hiervan zijn waar, een deel is niet waar, aangesterkt, verzonnen of overdreven. Werk in tweetallen.
- Leerling 1 vertelt het verhaal
- Leerling 2 probeert te raden welk deel verzonnen is
- Wissel van rol
- Na 3 minuten: Van een aantal tweetallen wordt het verhaal verteld, de rest van de klas probeert te raden wat niet waar is.