Uitleg les 6: Hoofdstuk 3 De werkomgeving verzorgen Test je kennis

Wat zijn micro-organismen?
A
Grote levende wezens die je met het blote oog kunt zien
B
Grote levende wezens die je niet met het blote oog kunt zien
C
Kleine levende wezens die je met het blote oog kunt zien
D
Kleine levende wezens die je niet met het blote oog kunt zien
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat zijn micro-organismen?
A
Grote levende wezens die je met het blote oog kunt zien
B
Grote levende wezens die je niet met het blote oog kunt zien
C
Kleine levende wezens die je met het blote oog kunt zien
D
Kleine levende wezens die je niet met het blote oog kunt zien

Slide 1 - Quiz

Wat betekent desinfecteren?
A
Zichtbaar vuil verwijderen
B
Verminderen van micro-organismen
C
Doden van alle micro-organismen
D
Ontvetten van materialen

Slide 2 - Quiz

Hoofdstuk 3 De werkomgeving verzorgen

Slide 3 - Slide

Waarvoor dient een autoclaaf?
A
Chemisch desinfecteren
B
Reinigen
C
Steriliseren
D
Thermisch desinfecteren

Slide 4 - Quiz

Stelling: Reinigen is het verminderen van het aantal micro-organismen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Op welke manier wordt een stethoscoop die alleen in contact is geweest met intacte huid schoongemaakt?
A
Chemisch desinfecteren
B
Reinigen
C
Steriliseren
D
Thermisch desinfecteren

Slide 6 - Quiz

Stelling: Sterilisatie is een proces dat alle micro-organismenop of in een voorwerp doodt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat betekent een steriele omgeving?
A
Dat er een normale hoeveelheid levende micro-organismen aanwezig zijn
B
Dat er geen levende micro-organismen aanwezig zijn
C
Dat er veel levende micro-organismen aanwezig zijn
D
Dat er weinig levende micro-organismen aanwezig zijn

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je zelf bijdragen aan infectiepreventie?
A
Handen wassen met water en zeep en handalcohol
B
Lang haar in een staart doen
C
Schone en beschermende kleding aantrekken
D
Zorgen voor korte, schone nagels

Slide 9 - Quiz

Wat moet je doen?
Er is een bestelling binnengekomen die bestaat uit grote dozen. Jij moet zorgen dat het op de juiste plaats in het magazijn komt
A
Je gebruikt een laadkar om de dozen te vervoeren
B
Je gebuikt een steekwagen om de dozen te vervoeren
C
Je gebruikt een tafelwagen om de dozen te vervoeren
D
Je tilt de dozen zelf 1 voor 1 op

Slide 10 - Quiz

Wat houdt fifo in?
A
De assistent controleert de voorraad en bestelt producten op tijd bij
B
De assistent controleert een bestelling die binnenkomt aan dehand van de pakbon
C
De assistent scheidt het afval van het verpakkingsmateriaal en voert dit op de juiste manier af
D
De assistent slaat de bestelling op en zet nieuwe artikelen achter de oude

Slide 11 - Quiz

Maken:
Heb je blz 153 t/m 162 af?
Maken deelopdracht 1, 2 en 3 (blz 43 - 52)
Deelopdracht 1 samen maken
Deelopdracht 2 alleen maken. 
Dit filmpje kijken
Deelopdracht 3 alleen maken.
(materialen in classroom)



Slide 12 - Slide