Creatief denken

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ben je creatief?
Hell yeah!
Ik ben best crea bea
Medium (mwoah)
Creatief? Ik? No way!

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

KETTINGREACTIE

Slide 5 - Slide

Introductie-oefening op onderwerp creatief denken

Vraag één leerling een woord te noemen (alles mag). Zijn linker buurman/vrouw noemt het eerste woord wat hem/haar te binnen schiet als hij/zij aan dat woord denkt. Zo wordt er elke keer opnieuw een associatie gemaakt met het voorgaande woord. 
Let op dat het tempo hoog blijft
 
Een voorbeeld uitgaande van ‘boek’: boek – letter – A – Eiffeltoren –
Franse kaas.
 
Bespreek na op:
- Hoe ging het? Voor wie makkelijk/voor wie moeilijk?
- Hoe snel durfde je te reageren? Echt je eerste ingeving?
- Doel opdracht: introductie op onderwerp creatief denken/omdenken

ASSOCIËREN
helpt ons om vaste denkpatronen te doorbreken, de oogkleppen af te zetten en nieuwe mogelijkheden te ontdekken.

Slide 6 - Slide

Introductie-oefening op onderwerp creatief denken

Vraag één student een woord te noemen (alles mag). Zijn linker buurman/vrouw noemt het eerste woord wat hem/haar te binnen schiet als hij/zij aan dat woord denkt. Zo wordt er elke keer opnieuw associatie gemaakt het voorgaande woord. 
Let op dat het tempo hoog blijft
 associatie bedacht op de voorgaande. 

Een voorbeeld uitgaande van ‘boek’: boek – letter – A – Eiffeltoren –
Franse kaas.
 
Bespreek na op:
- Hoe ging het? Voor wie makkelijk/voor wie moeilijk?
- Hoe snel durfde je te reageren? Echt je eerste ingeving?
- Doel opdracht: introductie op onderwerp creatief denken/omdenken

CREATIEF DENKEN

  • Iedereen kan creatieve vaardigheden ontdekken, aanleren en ontwikkelen. 
  • Vaardig worden in creatief denken kun je vergelijken met het opbouwen van je lichamelijke conditie door regelmatig te bewegen. 
  • Hoe vaker je creatieve vaardigheden beoefend, hoe beter en meer flexibel je ‘creatieve denkconditie’ wordt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe is het met jouw creatieve denkconditie gesteld?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Zie je de heks en de jonge dame?

Slide 10 - Slide

Draait de danseres linksom of rechtsom?
Kun je haar beide kanten op laten draaien?

Slide 11 - Video

Kijk het filmpje


Wie ziet de gorilla? 

Hoe kun je je blind staren op iets..

open blik houden



MAAR WAT HEB JE ER AAN?
Creatieve vaardigheden stellen ons in staat om flexibel om te gaan met veranderende omstandigheden; problemen oplossen, kansen zien en benutten.



  • Door de coronacrisis zijn onze omstandigheden enorm veranderd. Herinner jij je een situatie waarin je creatief bent omgesprongen met deze veranderingen?


  • Met welk stukje in jouw leven kun jij nu wel een beetje creativiteit  (dus een andere manier van denken) gebruiken? 


Slide 12 - Slide

wat heb jij aan creatief denken?
Voorwaarden bij creatief denken

  • Oordeel uitstellen (alle ideeën zijn welkom);
  • Ga voor kwantiteit;
  • Lift mee op de ideeën van anderen;
  • Zoek wilde, ongewone ideeën; 
  • En neem een creatieve pauze.


Slide 13 - Slide


  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.
VOORWERPENRACE

Slide 14 - Slide

Nodig de deelnemers uit om te gaan staan. Deel de groep op in maximaal 3 teams. Leg uit:
Jullie krijgen zo een alledaags gebruiksvoorwerp. Je krijgt 5 minuten de tijd om met je groep zoveel mogelijk ‘nieuwe’ gebruikswijzen voor het voorwerp te verzinnen. Na het overleg laat elk groepje om de beurt zien hoe het voorwerp naar jullie inziens een andere gebruikswijze krijgt. De docent(en) is de jury en beslist of iets wel/niet klopt. Het team wat de meeste gebruikswijzen voor het voorwerp verzint, wint!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

 TEAMVERDELING
  • Zoek 3 of 4 compagnons om je onderneming mee op te starten.
  • Check welke sterke punten overeenkomen of op welke kwaliteiten jullie elkaar aanvullen.
  • Maak de functieverdeling (zie SOM)
  • Voeg de namen en foto's toe.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions