Voltooid deelwoord

Nederlands
Lesdoel
Wat weet je al?
Instructie
Zelfstandig werken
Nakijken
Einde van de les
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Lesdoel
Wat weet je al?
Instructie
Zelfstandig werken
Nakijken
Einde van de les

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les: 
- weet je wat een voltooid deelwoord is
- weet je hoe je het moet vervoegen
- kun je zelf een voorbeeld noemen

Slide 2 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord? Kun je een voorbeeld noemen?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Hoe weten we of we het voltooid deelwoord met een d of een t schrijven? Geef een voorbeeld.

Slide 5 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord.
Het smeltwater heeft tot veel overstromingen (leiden)
A
geleed
B
geleden
C
geleid
D
geleidt

Slide 6 - Quiz

Noteer het voltooid deelwoord.
Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin (overkopen).
A
geoverkoopt
B
overgekoopt
C
geleid
D
overgekocht

Slide 7 - Quiz

Noteer het voltooid deelwoord.
De opvallende poster heeft de kans (vergroten) dat meer mensen de website bezochten.
A
vergroot
B
vergroten
C
vergrootdt
D
vergrood

Slide 8 - Quiz

Noteer het voltooid deelwoord.
Mijn lievelingstante is vorig jaar naar Amerika (verhuizen).
A
verhuizt
B
verhuizd
C
verhuist
D
verhusd

Slide 9 - Quiz

Herschrijf de zin. Maak van de pv een voltooid deelwoord.
Mijn vader schrikt van de rekening van de tandarts

Slide 10 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord.
Het huis van het zilveren bruidspaar was met bloemen (versieren).
A
versiert
B
versierd
C
versierdt
D
versierden

Slide 11 - Quiz

Noteer het voltooid deelwoord.
Het gras was letterlijk (verschroeien) door de zon.
A
verschroeid
B
verschroeit
C
verschroeidt
D
verschroeiden

Slide 12 - Quiz

Leg uit waarom beide schrijfwijzen goed kunnen zijn: 'gebeurt' en 'gebeurd'

Slide 13 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord.
Ik heb hem (beloven) op zijn verjaardag te komen.
A
beloovd
B
beloovt
C
beloofd
D
belooft

Slide 14 - Quiz

De man heeft (proberen) met mijn vader te praten. Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open question

De dief is vanmiddag door de politie (oppakken). Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open question

Ze heeft gisteren heel hard (huilen). Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open question

Wat ga je doen?
Maak opdr. 1 t/m 4
Zelfstandig of extra instructie
Stilte (oortjes toegestaan)
Vragen? Steek je vinger op
Niet klaar? Huiswerk
Klaar? Lezen theorie op blz. 89

Slide 18 - Slide