What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werken in de kinderopvang boekje 21-22
Werken in de kinderopvang
Lesbrief 21 de babygroep
lesbrief 22 de dreumesgroep
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werken in de kinderopvang
Lesbrief 21 de babygroep
lesbrief 22 de dreumesgroep
Slide 1 - Slide
Hoe noem je een medewerker in de kinderopvang?
A
Juf
B
Pedagogisch medewerker
C
Docent
D
Begeleider
Slide 2 - Quiz
Wat is representatief
A
dat je blij bent
B
dat je aanwezig bent
C
dat je luidruchtig bent
D
nette indruk achterlaten
Slide 3 - Quiz
Vorm van kinderopvang voor kinderen van 0 t/m 4 jaar
A
Kinderdagverblijf
B
Peuterspeelzaal
C
BSO
D
Gastouder
Slide 4 - Quiz
Kinderen kunnen het hele jaar terecht bij een kinderopvang, ook tijdens schoolvakanties.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Soms betaalt de Belastingdienst een deel van de kinderopvangkosten.
Dit heet:
A
kindgebondenbudget
B
kinderopvangtoeslag
C
kinderbijslag
Slide 6 - Quiz
Een baby moet na de flesvoeding een boertje laten
Waarom is dat belangrijk?
A
Omdat hij anders stikt in de flesvoeding
B
Omdat hij anders niet kan slapen
C
Omdat hij dan minder last heeft van darmkrampjes
D
omdat hij dan minder risico heeft op zuivelallergie
Slide 7 - Quiz
Klaarmaken van flesvoeding: zet op de juiste volgorde
Handen wassen
Zorgen dat de fles en de speen goed schoon zijn
De speen controleren: het gaatje moet niet te groot of te klein zijn voor de baby
juiste hoeveelheid kraatwater in het flesje doen
De fles opwarmen
De juiste hoeveelheid melkpoeder toevoegen
Goed roeren
3
2
1
4
5
6
7
Slide 8 - Drag question
Een voordeel van flesvoeding is dat deze:
A
Altijd bij de hand is
B
Door iemand anders gegeven kan worden
C
Natuurlijke antistoffen bevat
D
Lichter verteerbaar is dan borstvoeding
Slide 9 - Quiz
Een baby die net geboren is, eet...
A
Fruithapje
B
Borstvoeding
C
Pudding
D
Suikerwater
Slide 10 - Quiz
Non-verbale communicatie is
A
Dat wat je met woorden zegt.
B
Dat wat je met je lichaamshouding zegt.
C
Alle vormen van communicatie samen.
D
Communiceren via de telefoon.
Slide 11 - Quiz
Wat hoort bij wat?
Feit
Mening
Objectief
Subjectief
Slide 12 - Drag question
Is de zin objectief of subjectief?
Het was een geslaagde dag.
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 13 - Quiz
Is de volgende zin subjectief of objectief?
Nima heeft een gele trui aan.
A
objectief
B
subjectief
Slide 14 - Quiz
Objectief of subjectief?
Bertha houdt haar telefoon vast.
De klas is erg rumoerig.
Bertus heeft een mooi t-shirt aan.
Objectief
Subjectief
Subjectief
Objectief
Slide 15 - Drag question
Na het wassen droog je een baby af met een:
A
Hydrofiele luier
B
Handdoek
Slide 16 - Quiz
De baby verschonen doe je volgens een vaste volgorde.
Zet de stappen in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
Was je handen en rapporteer als er bijzonderheden zijn.
Verzamel een aankleedkussen, billendoekjes, schone luier en een luieremmer
Verschoon de luier.
Zorg voor een juiste werkomgeving. Sluit ramen en deuren om tocht te voorkomen
Maak alles schoon en ruim op.
Slide 17 - Drag question
Wat is een tummy tub
A
Een baby bad
B
Een speciale emmer waar de baby in kan
Slide 18 - Quiz
Hoe warm moet het water zijn als je een baby in bad doet?
A
36
B
38
C
37
D
35
Slide 19 - Quiz
6) Zet de handelingen in de volgorde van 1 naar 6.
1
2
3
4
5
6
Kleed de baby aan.
Was het gezichtje en de rest van het lichaam van boven naar onder.
Verwijder ontlasing van de billetjes
Schep met je andere hand water over de baby.
Leg de baby in bad en houd hem met één hand vast.
Leg alle spullen klaar.
Slide 20 - Drag question
Welke volgorde pas je toe bij het opnemen van temperatuur bij baby's?
A
Thermometer vet maken, Baby uitkleden, Baby op zij leggen, Thermometer inbrengen, Thermometer verwijderen, Baby draaien op de rug.
B
Baby uitkleden, Baby op zij leggen, Thermometer vet maken, Thermometer inbrengen, Thermometer verwijderen, Baby draaien op de rug.
C
Baby uitkleden, Thermometer vet maken, Baby op zij leggen, Thermometer inbrengen, Thermometer verwijderen, Baby draaien op de rug.
D
Thermometer vet maken, Baby uitkleden, Baby op zij leggen, Thermometer inbrengen, Baby draaien op de rug, Thermometer verwijderen.
Slide 21 - Quiz
Voor wie is het kinderdagverblijf
A
dreumes
B
kleuters
C
schoolkind
Slide 22 - Quiz
Hoe oud is een dreumes?
A
5 maanden
B
16 maanden
C
2 jaar
D
24 en
Slide 23 - Quiz
Wat is het doel van een sociale kaart?
A
Sociale media bekijken
B
Verwijzingen kunnen maken.
C
Het snel vinden van contactinformatie.
D
Sociaal netwerk bijhouden.
Slide 24 - Quiz
Waar staat de afkorting naw voor in het woord 'naw-gegevens'?
A
nationaliteit, adres, woonadres
B
naam, adres, woonplaats
C
naam, achternaam, woonplaats
D
nationaliteit, adres, woonplaats
Slide 25 - Quiz
Als een baby begint te brabbelen (taalontwikkeling) is dit onderdeel van de...
A
Cognitieve/geestelijke ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling
Slide 26 - Quiz
Wat staat er in een schoonmaakplan?
A
Wat, hoe en wanneer er gepoetst moet worden.
B
Wat, hoe, wanneer en door wie er gepoetst moet worden.
C
Wat er gepoetst moet worden.
D
Wat en door wie er gepoetst moet worden.
Slide 27 - Quiz
Welke werkzaamheden worden wekelijks gedaan in het schoonmaakplan?
A
Badkamer poetsen.
B
Luchtrooster schoonmaken.
C
WC poetsen.
D
Eettafel afvegen.
Slide 28 - Quiz
Schoonmaakregels:
Werk van boven naar beneden?
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
Welke werkzaamheden worden periodiek gedaan in het schoonmaakplan?
A
Badkamer poetsen.
B
Luchtrooster schoonmaken.
C
WC poetsen.
D
Eettafel afvegen.
Slide 30 - Quiz
Vanaf wanneer moet je de tanden van een kind poetsen?
A
Vanaf dat ze kleuter zijn
B
Als ze echt heel vies zijn en een beetje bruin worden
C
Vanaf dat ze tanden krijgen
D
Als ze dat zelf kunnen
Slide 31 - Quiz
Wat doet 'fluor' of 'fluoride' in tandpasta?
A
doet gaatjes verdwijnen
B
versterkt het tandglazuur
C
doodt schadelijke bacteriën in de mond
D
voorkomt tandplak
Slide 32 - Quiz
Waarom is het beter of voor
peuter en kleuters aparte
tandpasta te gebruiken?
A
Daar zit minder 'fluoride' in
B
Daar zit minder suiker in
C
Daar zit meer 'fluoride' in
D
Dat maakt de tanden beter schoon
Slide 33 - Quiz
Bij kinderen moet je tot welke leeftijd napoetsen ?
(minimaal 1x per dag)
A
5 jaar
B
10 jaar
C
7 jaar
D
4 jaar
Slide 34 - Quiz
Waarom is drinken uit een tuitbeker voor een dreumes niet goed?
meerdere antwoorden goed!
A
slecht voor de spraak
B
slecht voor het gebit
C
staat stom
D
is echt voor baby's
Slide 35 - Quiz
0 - 1 jaar
1 - 2 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar
12 - 18 jaar
Baby
Dreumes
Kleuter
Peuter
Puber
Slide 36 - Drag question
Kan een dreumes samen spelen?
A
ja
B
nee
Slide 37 - Quiz
Wat is de LSD-techniek?
A
Luisteren samenvatten doorvragen
B
Is een drugs
C
Luieren slapen douchen
D
Luisteren samenwerken doorwerken
Slide 38 - Quiz
More lessons like this
Werken in de kinderopvang boekje 21-22
March 2023
- Lesson with
38 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Werken in de kinderopvang boekje 21-22
9 days ago
- Lesson with
38 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Werken in de kinderopvang boekje 21-22
2 days ago
- Lesson with
38 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Quiz einde van deel A
June 2023
- Lesson with
18 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
3e b/k 21-24
May 2022
- Lesson with
37 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Kinderopvang A, B en C
August 2022
- Lesson with
19 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Deel B taak 11 -12
March 2021
- Lesson with
27 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Thema 5, 6 en 7 Typisch baby, dreumes, peuter
December 2020
- Lesson with
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3