Les 14 Niveau 2F

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je I-pad
  • Pen en papier
  • Log alvast in bij LessonUp
  • Hou Score op de achtergrond klaar.
timer
3:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je I-pad
  • Pen en papier
  • Log alvast in bij LessonUp
  • Hou Score op de achtergrond klaar.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Les 14 Niveau 2F
  • Dagen van de maand
  • Schalen (herhaling)
  • Referentiematen
  • Ruimtelijke figuren
  • Aanzichten
  • Doorsnede
  • Hoeken
  • Symmetrie en spiegelas
  • Richting en coördinaten

Slide 2 - Slide

Hoeveel dagen hebben de maanden?

Slide 3 - Slide



  1. Hoeveel cm in het echt?
  2. Omrekenen naar de
    gevraagde eenheid
  3. Dan het metriek stelsel
  4. Hoeveel stappen?
  5. Welke kant op?
Schalen ; Lastig?
Km - Hm - Dam - M - Dm - Cm - Mm

Slide 4 - Slide

Lengtematen omrekenen

Slide 5 - Slide

Geldt ook voor Gewicht en Inhoud !

KM - HM - DAM - M - DM - CM - MM

KG -  HG -  DAG -  G -  DG - CG - MG
KL  -  HL -  DAL   -  L -  DL -  CL -  ML 

OMREKENEN GAAT PRECIES HETZELFDE!

Slide 6 - Slide

Referentiematen
Lengte
1 mm: de dikte van een cd
1 cm: de breedte van een usb-aansluiting
1 dm: de hoogte van een plakstift
1 m: de breedte van een schooltafeltje
1 dam: de breedte van een klaslokaal
1 hm: de lengte van een voetbalveld
1 km: hoe ver je loopt in ongeveer 15 minuten

Gewicht
1 mg: een snufje zout
1 g: een paracetamol
1 kg: een pak suiker
1 ton: een auto
Inhoud
1 ml: een druppel
1 cl: een eetlepel
1 dl: een klein kopje koffie
1 l: een pak melk
Referentiematen kan je gebruiken om je een voorstelling te maken bij andere maten.

Slide 7 - Slide

De belangrijkste ruimtefiguren
kubus
balk
prisma
bol
cilinder
kegel
piramide

Slide 8 - Slide

Ruimtefiguren
Ruimtefiguren zijn driedimensionele wiskundige figuren. Ze bestaan uit:

  • Grensvlakken: de onder- en boven- en zijkanten van het
    figuur (de onderkant heet ook wel het grondvlak).
  • Ribben: waar twee grensvlakken elkaar raken. Wanneer je een ruimtefiguur tekent, teken je meestal alleen de ribben.
  • Hoekpunten: de punten waar drie of meer ribben bij elkaar komen.

Slide 9 - Slide

Aanzichten
Een aanzicht is de kant waarvan je naar iets kunt kijken.
Bijvoorbeeld een kant van een blokkenbouwsel.

Er zijn 3 soorten aanzichten:
  • Vooraanzicht: je ziet de breedte en de hoogte, niet de lengte.
  • Zijaanzicht: je zit de lengte en de hoogte, niet de breedte.
  • Bovenaanzicht: je ziet de de breedte en de lengte, niet de hoogte.



Slide 10 - Slide

Doorsneden en symmetrie

Slide 11 - Slide

Doorsneden
Je kunt een ruimtelijk figuur (in gedachte) doorsnijden. Het snijvlak
waar je het ruimtelijk figuur doorsnijdt, noemen we de doorsnede.




Voorwerpen kunnen op verschillende plaatsen doorsneden hebben.
De verschillende doorsneden hebben vaak verschillende vormen.

Slide 12 - Slide

Symmetrie
Een figuur die in twee precies gelijke helften kan vouwen, is symmetrisch.
De symmetrieas is de lijn die een figuur in twee gelijke delen deelt.
Dit wordt ook wel de spiegelas genoemd omdat de twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. Een figuur kan meerdere spiegelassen hebben.

Bijvoorbeeld
Een hart heeft 1 spiegelas.
Dit kruis heeft 4 spiegelassen

Slide 13 - Slide

In deze ster is 1 spiegelas getekend.
Hoeveel spiegelassen zijn er in totaal?

Slide 14 - Open question

Wat moet je verder weten?
  • 1 Liter =   
  • 1 HA = 100m * 100m =
  • 1CC = 1 ML
  • 1 Are = 10m * 10m = 100  
  • 1CA = 1m * 1m =1
1dm3
10.000m2
m2
m2

Slide 15 - Slide

Oppervlaktematen
hm2 = ha = hectare
dam2 = are
m2 = ca = centiare
Metriek stelsel:  OPPERVLAKTE

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maken:
Opgaven van les 14

Klaar? Dan mag je doorgaan met de rode stukjes in de groene cirkels
timer
4:00

Slide 17 - Slide