Hoofdstuk 1 Getallen 1.2 + 1.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 2

Welkom

Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.

Je laptop blijft in de tas.

Doelen

Aan het einde van deze les kan/weet jij...

... aantal keren hetzelfde erbij doen of eruit halen, kunt schrijven als een vermenigvuldiging.

... vermenigvuldigen met negatieve getallen.

... delen met negatieve getallen.

... wat de begrippen kwadraat en kwadrateren betekenen.

... wat de uitkomst is van het kwadraat van een negatief getal.

... wat het tegengestelde van een kwadraat is.

Terugblik

Noem een manier om de temperatuur te laten stijgen.

1.2 Vermenigvuldigen en delen

• Je leert aantal keren hetzelfde erbij doen of eruit halen, kunt schrijven als een vermenigvuldiging.
• Je leert vermenigvuldigen met negatieve getallen.
• Je leert delen met negatieve getallen.

-3 x -5 =

1. 8
2. -8
3. 15
4. -15

8: -4 =

1. 2
2. -2
3. 4
4. -4

Leerroutes

Zelfstandig werken

Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.

Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.

                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.

                 3. Vraag de docent.

Klaar? – Nakijken daarna maken ondersteunende opdrachten of uitdagende opdrachten.

Maken? – 1.2 opgave 14, 15, 17, 18, 20, 21

                      

1.3 Kwadraten

• Je leert wat de begrippen kwadraat en kwadrateren betekenen.
  
• Je leert wat de uitkomst is van het kwadraat van een negatief getal.
  
• Je leert wat het tegengestelde van een kwadraat is.

3 x 3 =

1. 6
2. 9
3. 12
4. 15

3​2​​

1. 6
2. 9
3. 12
4. 15

5​2​​

1. 7
2. 10
3. 25
4. 52

Kwadraten met negatieve getallen

-5 x -5 =

Het tegengestelde van -4 is ...

1. 4
2. -4
3. 0

Het tegengestelde van 7 is ...

1. 7
2. -7
3. 0

Het tegengestelde van

7​2​​

1. 49
2. 7​2​​
3. 2​7​​
4. −7​2​​

Het tegengestelde van

−3​2​​

1. -9
2. 3​2​​
3. 2​3​​
4. −3​2​​

Het tegengestelde van

(−4)​2​​

1. 16
2. −(−4)​2​​
3. 2​4​​
4. (−4)​2​​

Zelfstandig werken

Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.

Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.

                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.

                 3. Vraag de docent.

Klaar? – Nakijken daarna maken ondersteunende opdrachten of uitdagende opdrachten.

Maken? – 1.2 opgave 14, 15, 17, 18, 20, 21

                     1.3 opgave 25, 26, 28, 29, 31

                      

Vooruitblik