• Je kunt vormen verdelen in natuurlijke en kunstmatige vormen.
• Je kunt vormen verdelen in enkelvoudige en samengestelde vormen.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen het gebruik van vormen in harmonie en in contrast.
• Je kunt uitleggen wat een patroon is.
• Je kunt uitleggen hoe je gebruik kunt maken van de restvorm.
• Je kunt uitleggen wat open en gesloten vormen zijn.
• Je kunt uitleggen wat veeleisende en weinig eisende vormen zijn.
• Je kunt de wisselwerking tussen vormgeving en techniek beschrijven.