20. September 2023/Kapitel 1/Grammatik und Wortschatz (abfragen)

Startaufgabe                 
timer
5:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Startaufgabe                 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Die Hausaufgaben für heute

Gemacht:
- die Aufgaben 13, 14, 15 zu Teil D Grammatik
Gelernt:
- slim stampen N-D und D-N



die Aufgaben
Aseel, Daphne, Quinty, Zoë, Lamin, Abel, Hanan, Mika, Tijmen, Sanne, Lars, Nieck, Noa, Carolien, Loena,



Slide 2 - Slide

Keine Hausaufgaben?
Hayrunnisa, Mads, Evilinn, Inas, Roan, Lotte, Ilse, Rowan, Hisham, Berkay

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les

- kun je de meeste woorden korrekt schrijven bij een dictee.
- kun je de vervoegingen van het werkwoord 'sein' toepassen.

Slide 4 - Slide

Wie werdet ihr das machen?


-  Abfragen (overhoren- dictee)
- Ein Spiel spielen

Slide 5 - Slide

Abfragen
Bitte dein Buch und deinen Laptop zuklappen
Hör zu und notiere auf Deutsch 




Slide 6 - Slide

Oud

Slide 7 - Slide

het emailadres

Slide 8 - Slide

Duitsland

Slide 9 - Slide

Heten

Slide 10 - Slide

de straat

Slide 11 - Slide

Oostenrijk

Slide 12 - Slide

Zwitserland

Slide 13 - Slide

waar

Slide 14 - Slide

oud = alt

Slide 15 - Slide

het emailadres = die E-Mail-Adresse

Slide 16 - Slide

Duitsland = Deutschland

Slide 17 - Slide

heten = heißen

Slide 18 - Slide

de straat = die Straße

Slide 19 - Slide

Oostenrijk = Österreich

Slide 20 - Slide

Zwitserland = die Schweiz

Slide 21 - Slide

waar = wo

Slide 22 - Slide

Ein Spiel spielen
Wie? Mit einem online Würfel (dobbelsteen)
Mit wem? zu zweit
Was? 
Gooi met de dobbelsteen. Het cijfer geeft aan met welk persoonlijk voornaamwoord je het werkwoord 'sein' gaat vervoegen




 1 = ich
2 = du
3 = er/sie/es/man/wer
4 = wir
5 = ihr
6 = sie/Sie
timer
5:00

Slide 23 - Slide

die Hausaufgaben
Gemacht: die Aufgabe 16 zu E Sprechen.
Notiere in deinem Heft:  Welche Buchstaben (letters) werden anders ausgesprochen als im Niederländischen? Wähle. 
Gelernt: slim stampen N-D und D-N

Slide 24 - Slide

Lesdoel gehaald?
Noem drie woorden die je hebt geleerd

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video