Kt2 Meervoud zelfstandig naamwoord op en/ s

Vorige les
Hadden we het over het gebruik van hoofdletters en leestekens en heb je geoefend met citaten.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vorige les
Hadden we het over het gebruik van hoofdletters en leestekens en heb je geoefend met citaten.

Slide 1 - Slide

Weet je nog?
Hoe je een citaat correct opschrijft?

Slide 2 - Slide

Schrijf de zin over en gebruik hoofdletters en leestekens:
rohan zei ik ga fortnite spelen

Slide 3 - Open question

Rohan zei: "Ik ga Fortnite spelen."

Slide 4 - Slide

Schrijf de zin over en gebruik hoofdletters en leestekens:
ik ga fortnite spelen zei rohan

Slide 5 - Open question

"Ik ga Fortnite spelen", zei Rohan.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lesdoel van vandaag
  • Je kunt de spellingsregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op -en of op s toepassen.

* theorie
*oefenen/ opdrachten maken
*reflectie
*vooruitblik

Slide 9 - Slide

Theorie
De meeste meervouden maak je door -en of -s achter een woord te plakken.

leeuw- leeuwen
meisje- meisjes

eitje!

Slide 10 - Slide

dat werkt niet in alle gevallen!
brief- brieven
huis- huizen




Maar: bacterie- bacteriën!                     Wat is hier de regel?
Soms 
verandert
er een letter
of er komt 
een letter
bij
zee- zeeën 
melodie- melodieën 

Slide 11 - Slide

Wel of geen extra -e?
Als de klemtoon op de laatste -ie ligt
komt er een -e bij.

Waar ligt de klemtoon bij bacterie?

Slide 12 - Slide

- s of 's?
Radio
baby
abc
studie
café

Valt het woord niet meer uit te spreken? Dan 's!


Slide 13 - Slide

Er zijn ook woorden die geen meervoudsvorm hebben. Kun je er één bedenken?

Slide 14 - Open question

Oefenen:
Het meervoud van studie
A
studies
B
studie's

Slide 15 - Quiz

Het meervoud van duo
A
duos
B
duo's

Slide 16 - Quiz

Het meervoud van taxi
A
taxies
B
taxis
C
taxi's

Slide 17 - Quiz

Het meervoud van fee
A
feën
B
feeën

Slide 18 - Quiz

Het meervoud van porie
A
pories
B
poriën
C
porieën

Slide 19 - Quiz

Het meervoud van biervat
A
biervatten
B
biervaten

Slide 20 - Quiz

Het meervoud van handvat
A
handvatten
B
handvaten

Slide 21 - Quiz

Ik kan het meervoud van woorden op -en correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Wat vind je nog lastig?

Slide 23 - Mind map

Volgende les:
Werkles: opdrachten maken in de les

Slide 24 - Slide