This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhalen 4.1, 4.2, 4.3 + 4.5
Slide 1 - Slide
Programma
Herhalen:
4.1 De formule
4.2 Rekenen met wortels
4.3 Wortels herleiden
4.5 Wortel formules
y=ax2+b
Slide 2 - Slide
4.1 De formule
y=ax2+b
Slide 3 - Slide
Kwadratische verbanden
Slide 4 - Slide
Heeft de formule van de grafiek een positieve of negatieve a?
A
Positief
B
Negatief
Slide 5 - Quiz
Eigenschappen van een parabool
Slide 6 - Slide
Eigenschappen van een parabool
Slide 7 - Slide
Gegeven is de formule: Bereken de coördinaten van het snijpunt met de y-as.
y=−3x2+14
Slide 8 - Open question
Het punt Q(-3, 17) ligt op de grafiek van Bereken b.
y=x2+b
Slide 9 - Open question
Context opgave
timer
5:00
Slide 10 - Slide
Voer je antwoorden in.
timer
1:00
Slide 11 - Open question
Context opgave
Slide 12 - Slide
4.2 Rekenen met wortels
Slide 13 - Slide
Wortels en kwadrateren
7
49
kwadrateren
wortel trekken
Slide 14 - Slide
Rekenen met wortels
5⋅√140+4=
Slide 15 - Slide
Schrijf je tussenstappen op!
2√36+64=
timer
1:00
Slide 16 - Open question
Schrijf je tussenstappen op!
3√25−√100=
timer
1:00
Slide 17 - Open question
4.3 Wortels herleiden
Slide 18 - Slide
Wortels en kwadrateren
kwadrateren
wortel trekken
15
√15
Slide 19 - Slide
Wortels en kwadrateren
=15
(√15)2
=√15⋅√15
Slide 20 - Slide
Wortels en kwadrateren
=25⋅3
(5√3)2
=5√3⋅5√3
52⋅(√3)2
=75
Slide 21 - Slide
Bereken. Noteer in je schrift de tussenstappen.
(4√2)2
timer
1:00
A
64
B
36
C
32
D
8
Slide 22 - Quiz
Bereken. Noteer in je schrift de tussenstappen.
(4√3)2−(−3√5)2=
timer
2:00
A
1
B
3
C
93
D
-81
Slide 23 - Quiz
Bereken
7√5−3√5
timer
0:30
A
4√5
B
√4⋅5
C
√35−√21
D
5√7−3=5√4=10
Slide 24 - Quiz
Bereken
√5⋅√7
timer
0:30
A
5√7
B
7√5
C
√5⋅7
D
√5⋅√7
Slide 25 - Quiz
Bereken
7√2⋅3√8
timer
1:30
A
√84
B
84
C
21√10
D
21√16
Slide 26 - Quiz
Herleid
√54
timer
1:30
A
2√27
B
√2⋅√27
C
6√3
D
3√6
Slide 27 - Quiz
Bereken. Noteer in je schrift de tussenstappen.
√24+2√6+√54=
timer
1:30
A
Kan niet
B
2√84
C
7√6
D
4√6+√54
Slide 28 - Quiz
4.5 Wortel formules
Slide 29 - Slide
Bereken y voor x=5
y=2+3√20+x
Slide 30 - Open question
Formules herleiden
In de vorige twee paragrafen hebben we de rekenregels van wortels behandeld. Toen werkten we alleen met getallen, maar met variabelen gelden deze regels ook.
zo ook
√3⋅√5=√15
√3⋅√x=√3x
√25x=√25⋅√x=5√x
Slide 31 - Slide
Formules herleiden (2)
Voorbeeld: Herleid de formule
tot de vorm , rond af op twee decimalen
Makkelijker dan het lijkt!
Dus
y=3+5√2x
y=3+a√x
a=5√2≈7,07
a
y=3+7,07√x
Slide 32 - Slide
Herleid de formule tot de formule Rond a zo nodig af op 2 decimalen en gebruik voor het wortelteken een / in je antwoord.