Spieren

1 / 26
next
Slide 1: Interactive video with 5 slides
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

5

Slide 1 - Video

01:45
Waarom hebben de buschauffeurs een twee keer zo grote kans om te overlijden dan de conducteurs?
A
Hij kan niet wegrennen als hij overvallen wordt
B
Hij zit de hele dag stil en weinig beweging
C
Bij een botsing is de klap voor een chauffeur groter
D
De conducteur loopt de hele dag

Slide 2 - Quiz

02:11
Meer dan ...
A
Te veel ongezond eten
B
Te veel alcohol drinken
C
Roken
D
Oorlogen

Slide 3 - Quiz

02:39
Ik zit 10,5 uur per dag
A
Nee, meer dan 10,5 uur
B
Nee, minder dan 10,5 uur
C
Ja, ongeveer 10, 5 uur

Slide 4 - Quiz

03:28
Hoe voorkom jij dat je de hele dag zit?

Slide 5 - Open question

04:35
Door een kromme rug worden bepaalde delen erg belast. Welke onderdelen zijn dit?
A
Rugspieren
B
Rugwervels
C
Het ruggenmerg
D
Kraakbeen tussen de rugwervels

Slide 6 - Quiz


Spieren

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van spieren benoemen.
  • Je kunt de functies van de onderdelen van de spier benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn
  • Je kunt uitleggen hoe spieren beweging mogelijk maken

Slide 8 - Slide

Onderdelen van de spier
Spiervezel        =>  spiercellen bij elkaar
Spierbundel    =>  spiervezels bij elkaar
Spier                   =>  spierbundels bij elkaar
Spierschede   =>  zit om de spier heen, zit vastgegroeid aan de                                         pees
Pees                    =>  hiermee zit de spier vast aan een bot

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Antagonisten = spieren met een tegengestelde werking

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 15 - Slide

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 16 - Slide

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 17 - Slide

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 18 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 20 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 21 - Quiz

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 22 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 23 - Quiz

Spierpijn/kramp
Spierpijn: Afvalstoffen in de spieren, spieren doen pijn of stijf gevoel.
Kramp: spier voelt hard en erg pijnlijk.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 26 - Quiz