What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1F week 47
1F week 47
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1F week 47
Slide 1 - Slide
Plattegrond
Bord
xxx
Just Lieuwe Max
xxx
Aron Bernd Sep
Veerle Cato Feline
Daan Bhric Symen
Fabienne Meira Mette
Sem Sven
Tessa Kezia Frederique
Huib Isaac Olav
Isabelle Celeste Marèn
Faas Jesse Gijs
Slide 2 - Slide
Los objetivos de hoy
Empezamos con la unidad 1
-
We beginnen met unidad 1
Deze les leer je:
vormen van de werkwoorden
ser, tener
en
llamarse
werkwoorden gebruiken om jezelf en anderen voor te stellen
vertellen wanneer je verjaardag is
We beginnen op
Libro de Texto p. 20.
Pak ook je
schrift
!
Slide 3 - Slide
Werkwoordsvormen
heten
llamarse
hebben
tener
zijn
ser
yo
(
ik
)
me llamo
tengo
soy
tú
(
jij
)
te llamas
tienes
eres
él/ella
(
hij/zij
)
se llama
tiene
es
Slide 4 - Slide
LT p. 20, ejercicio 1 + 2
We zien twee keer een
solicitud de inscripción
voor een
campamento de verano.
Wat zou dat zijn?
Lees de zinnen bij
1
en geef aan op wie ze van toepassing zijn: Maya of Álvaro (of één van hun ouders).
Klaar? Maak ook vast
ejercicio 2
. Je mag antwoorden in het Nederlands.
Slide 5 - Slide
Soluciones
-
Oplossingen
Ejercicio 1
a. Maya d. Álvaro
b. Maya e. Faustino / Padre de Maya
c. Álvaro
Ejercicio 2
a. (Se llama) Carmela c. (Es de) Alcorcón / España
b. (Tiene) 12 años d. (Es el) 679 562 389
Slide 6 - Slide
LT p. 20, ejercicio 2 (+ 3)
¿Cómo se llama la madre de Álvaro?
¿Cuántos años tiene Maya?
¿De dónde es Álvaro?
¿Cuál es el número de móvil de Carmela?
Slide 7 - Slide
¡A trabajar!
-
Aan het werk!
Maak in het libro de ejercicios:
P. 7, ejercicio 1 + 2
Ben je klaar? Maak ook vast:
P. 10, ejercicio 9 + 10
timer
12:00
Slide 8 - Slide
Cumpleaños
Mi cumpleaños es el dos de febrero.
¡Atención!
Zet
EL
voor het getal en
DE
voor de maand.
¿Cuándo es tu cumpleaños?
Slide 9 - Slide
Cumpleaños
Mi cumpleaños es el dos de febrero.
¡Atención!
Zet
EL
voor het getal en
DE
voor de maand.
¿Cuándo es tu cumpleaños?
LT p. 21 - Bekijk de kalender
Slide 10 - Slide
Los números hasta 31
1
uno
2
dos
3
tres
4
cuatro
5
cinco
6
seis
7
siete
8
ocho
9
nueve
10
diez
11
once
12
doce
13
trece
14
catorce
15
quince
16
dieciséis
17
diecisiete
18
dieciocho
19
diecinueve
20
veinte
21
veintiuno
22
veintidós
23
veintitrés
24
veinticuatro
25
veinticinco
26
veintiséis
27
veintisiete
28
veintiocho
29
veintinueve
30
treinta
LET OP!
31 =
treinta y uno
Slide 11 - Slide
Huiswerk
Maak onderstaande opdrachten:
LE p. 8: ejercicio 4, 5
Klaar?
Leer woordjes uit de woordenlijst:
Los meses y las fechas
SP-NL
Slide 12 - Slide
Plattegrond
Bord
xxx
Just Lieuwe Max
Huib Bernd Sep
Sem Sven
Veerle Cato Feline
Aron Mette Tessa
Fabienne Meira
Daan Bhric Symen
Kezia Frederique
Olav Isaac
Isabelle Celeste Marèn
Faas Gijs Jesse
Slide 13 - Slide
El programa de hoy
Repaso: las fechas
Herhaling: de datum
Repaso: formas del verbo
Herhaling: werkwoordsvormen
El verbo 'hablar'
Het werkwoord 'hablar'
Ejercicios sobre verbos regulares
Opdrachten over regelmatige werkwoorden
Slide 14 - Slide
Comunicado importante
Voor de toets leer je niet de woordenlijst uit het boek, maar een
woordenlijst op papier
.
Bewaar deze in je carpeta!
In het
werkschema
zie je per week welke kopjes uit de woordenlijst je moet leren.
Houd dit goed bij!
Slide 15 - Slide
Cumpleaños
Mi cumpleaños es el dos de febrero.
¡Atención!
Zet
EL
voor het getal en
DE
voor de maand.
¿Cuándo es tu cumpleaños?
Slide 16 - Slide
Werkwoordsvormen
heten
llamarse
hebben
tener
zijn
ser
yo
(
ik
)
tú
(
jij
)
él/ella
(
hij/zij
)
Slide 17 - Slide
Werkwoordsvormen
Het schema heeft ook nog een tweede helft (wij, jullie, zij).
Die volgt later. Deze werkwoorden zijn
onregelmatig.
heten
llamarse
hebben
tener
zijn
ser
yo
(
ik
)
me llamo
tengo
soy
tú
(
jij
)
te llamas
tienes
eres
él/ella
(
hij/zij
)
se llama
tiene
es
Slide 18 - Slide
Werkwoordsvormen
Deze werkwoorden zijn
onregelmatig
.
heten
llamarse
hebben
tener
zijn
ser
yo
(
ik
)
me llamo
tengo
soy
tú
(
jij
)
te llamas
tienes
eres
él/ella
(
hij/zij
)
se llama
tiene
es
Slide 19 - Slide
El verbo 'hablar'
Het werkwoord 'hablar'
praten/spreken
hablar
yo
(
ik
)
habl
o
tú
(
jij
)
habl
as
él/ella
(
hij/zij
)
habl
a
nosotros/-as
(
wij
)
habl
amos
vosotros/-as
(
jullie
)
habl
áis
ellos/-as
(
zij mv
.)
habl
an
Dit werkwoord is regelmatig.
Alle werkwoorden op -AR vervoeg je op dezelfde manier.
Slide 20 - Slide
¡A trabajar!
-
Aan het werk
Maak het blad met extra oefeningen over de regelmatige werkwoorden.
Daarna
LE p. 11, ejercicio 11, 12
LE p. 12, ejercicio 13, 14
Weer klaar? Leer de eerste twee kopjes van de woordenlijst
SP-NL én NL-SP.
Slide 21 - Slide
More lessons like this
03. M3 - jueves 12 de septiembre - números 0-31, datos personales, meses, días
September 2024
- Lesson with
15 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Les 1.4 mhv2 - datos personales, números 0-15, llamarse
September 2024
- Lesson with
14 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Tema 1 - clase 4
September 2024
- Lesson with
17 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Semana 47 Unidad 1 Lección 1 ¿Cuál es tu número de móvil?
9 days ago
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semana 46 Unidad 1 Lección 1 ¿Cuál es tu número de móvil?
September 2024
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semana 47 Unidad 1 Lección 1 ¿Cuál es tu número de móvil?
7 days ago
- Lesson with
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2. Lezen
November 2021
- Lesson with
44 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Semana 47 Unidad 1 Lección 1 ¿Cuál es tu número de móvil?
9 days ago
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1